Litteratuuroverzicht Mr. D. P. A. Nakken. De openbare registers en het kadaster nu en straks. (Overdruk uit W.P.N.R. nrs. 4576 t/m 4582.) In zijn uitvoerige beschouwing, in hoofdzaak gewijd aan de ver houding openbaar register (civiel recht) en kadaster (administratie), gaat de schrijver uit van het toekomstige B.W. en in het bijzonder van de artikelen 3.1.2.1 e.v. van het ontwerp-MEijERS in verband met de wijzigingen door de Regering daarin aangebracht. Als voor naamste wijziging ziet hij de opname van de verplichte kadastrale aanduiding in alle te publiceren stukken, die naar hij meent, een eind zal maken aan de vrijheid die in dat opzicht tot nu toe althans wat betreft vrijwel alle over te schrijven akten gegolden heeft. Hij stelt dan ook de vraag of die verandering gemotiveerd is; z.i. is er te meer aanleiding voor die vraag omdat van gezaghebbende zijde het standpunt wordt ingenomen, dat die openbare registers zijn te brengen onder het Kadaster! Wie die gezaghebbende zijde is blijkt uit hetgeen volgt, als hij alweer in de vragende vorm stelt: „Zouden zij, die van ons burgerlijk recht uitgaan om de plaats, die aan de kadastrale gegevens toekomt te bepalen, het mis hebben of zetten de landmeters de zaken op hun kop?" De strijd, die hier de theoretische civilist tegen de praktische technicus aanbindt, vormt de kern van zijn gehele betoog, waarvan overigens de draad soms moeilijk te volgen is, daar de schrijver zich telkens op zijpaden begeeft, door beschouwingen te houden over de formaliteiten betreffende de in- en overschrijving, die met het gestelde probleem weinig of niets te maken hebben. Want welk nut heeft het na deze zoveel verwachtingen op wekkende inleiding de aandacht van de lezer te vragen voor het aantal aangehouden dagregisters, de nieuwe wijze van publiceren, de vormvereisten bij publikatie der verplichte notariële akte en voor het onderzoek door de lijdelijke bewaarder van de ter open baarmaking aangeboden stukken Indien het de bedoeling van de schrijver was aan te tonen welke rol uiteindelijk de kadastrale legger in het openbaarmakingsproces speelt (klapper op de openbare registers), dan heeft hij daarvoor wel een lange aanloop nodig gehad. Mr. Nakken keert daarna terug tot het eigenlijke probleem of eigenlijk tot een reeks van problemen, alle voortvloeiende uit de botsing civiel recht-administratie en ons alle min of meer bekend. Zijn verdienste is, dat hij ze op originele wijze aan ons voorlegt, al zal menigeen de manier waarop hij de vinger op de talloze zere 170 peek-a-boo-system cards) and their application to land-registration ad ministrations in Germany and Austria, on the basis of literature cited at the head of the article. Cursivering van mij. v. H.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 44