179 zelfs een scheppende handeling; de meetresultaten moeten dan immers niet alleen gezeefd, maar ook gewaardeerd worden. Constaterende, dat nog altijd door het kadaster veel burenruzies voorkomen en veel burenstrijd moet bijgelegd worden, komt de schrijver tot de uitspraak: „De verzekering van de grensvrede behoort menselijk gezien tot onze schoonste beroepsbelevenissen Het probleem schuilt voor de geodetische ingenieur van het kadaster daarin dat hij niet slechts technicus, maar ook dienaar van het recht en de waarheid is. Hier slaat de schrijver, dunkt ons, te veel op hol. Dergelijke uitspraken gaan rieken naar zelfverheerlijking, die er toe kan leiden dat problemen kunstmatig in het leven worden g Het overige deel van de verhandeling is van meer praktische aard Reist toont zich een voorstander van een geleidelijke ver betering van het kadaster, van incidentele vernieuwing volgens een bepaald plan, dat voor de (verre) toekomst moet worden opgesteld. Daarnaast komen de begrippen statisch en dynamisch kadaster ter sprake. Zijns inziens is het kadaster zowel statisch als dyna misch" e.e.a. is afhankelijk van de gezichtshoek van waaruit men het wil bezien. Zeer juist achten wij zijn opmerking, dat het min of meer dynamische karakter niets uitstaande heeft met het aantal taken, dat men het kadaster wil toekennen. Kadaster en land meter zijn voor de schrijver één. In het proces van de bodemordening heeft het kadaster niet een zuiver instrumentele functie. Want het is de landmeetkundige ingenieur die in de kadastrale dienst het meest directe en beste contact met de bodem krijgt en die op vragen van gronden-recht en bodemordening het beste antwoord weet. Zijn verder betoog is er op gericht om het kadaster, d.i. de land meter giotere bevoegdheden te geven bij de ruimtelijke ordening, o m. door hem meer de vrije hand te laten in kleine verkavelingen en samentrekkingen ter voorkoming van grondversnippering. Daar dit in feite weinig heeft te maken met de kadastrale taak, gaan we hier op deze op zichzelf interessante beschouwingen, met nader m. De schrijver, of liever de spreker, heeft niets nagelaten om zijn lezers (gehoor) er van te overtuigen, dat de landmeter het geper sonifieerde kadaster is en dat deze bovendien m de juridische wereld van het onroerend goed een beslissende rol speelt, althans behoort te spelen. De landmeter heeft hij op een voetstuk willen plaatsen, dat naar het ons voorkomt net iets te hoog voor hem was. Men bedenke bij dit alles echter wel dat het hier een uitgewerkte feestrede betreft! Mr. ïr. C. G. van Huis Max Lambert. Technik und Verwaltung Zeitschrift für Vermessungswesen, 84e jaarg., november 1959- blz- 397 e-v- In dit artikel tracht de schrijver duidelijk te maken welke be- Feestrede, uitgesproken op de 44e Duitse Geodetendag te Trier op 23 september 1959-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 53