I3i
Er werden twee soorten temperaturen gemeten, namelijk de
„grondtemperaturen" op het maaiveld en de „luchttemperaturen"
op 1,50 m daarboven (figuur 2); de eerste werden gemeten volgens
de in de H.T.W. aangegeven methode.
Aangezien uit de metingen niet met zekerheid kon worden vast
gesteld of de formule voor de verlenging van de tweede of hogere
graad in Z zou zijn, werd deze als lineair aangenomen. Dit gaf
tevens tot voordeel dat de vereffening beter uitvoerbaar werd.
Voor elke band werd nu een vereffening uitgevoerd volgens de
formule
4 (a° ^ZA)}
met1 i 34, 1 j 2 en 1 k 5,
waarbij de volgende onbekenden optraden:
z
z
z
c
z
c
z
c.
33'
B odem temperatuur r Grindweg-
2:/X -7953
onbewolkt
matige oostenwind
Luchttemperatuur en
Luchttemperatuur gemeten oo 1.50m hooote
Bodem temperatuur gemeten op maaive/d
1511
19 Uur 20
AZ1
voor
de lengte Z1
AZ1
voor
160
<19°
C
A Z2
voor
de lengte Z2
A Z2
voor
!9°
22°
C
Aa
voor
de uitzettingscoëff.
AZ3
voor
22°
26°
AZ4
voor
26°
<30°
AZ5
voor
30°
<34°