-
133
2. Onderzoek op het Centraal Proefstation
Vooral gezien het onbevredigende van de aanname dat de
formule voor de verlenging lineair zou zijn, maar ook wegens de
omslachtigheid van het in i beschreven onderzoek, werd besloten
tot een laboratoriumonderzoek.
Hieruit verwachtte men een betere formule voor de verlenging
te verkrijgen, vooral omdat bij dit onderzoek de temperatuur bij
benadering foutloos gemeten kon worden.
Er werd besloten tot een opstelling zoals in figuur 3 is weerge-
geven. De variabele temperatuur van de band werd langs elektrische
weg verwezenlijkt en met een thermokoppel gemeten. Vooraf was
met hetzelfde apparaat het temperatuurverloop in de band onder
zocht (figuur 4 geeft dit weer bij 40° en 70° C)
De uitzetting werd gemeten met behulp van een elektrische
verplaatsingsmeter (standaardafwijking 2
Deze bestond uit een klem die op de band werd bevestigd, een
verplaatsingsopnemer en een meetklok. Een geringe uitzetting van
de band werd door middel van de klem overgebracht op de ver
plaatsingsopnemer, waar de verplaatsing werd versterkt. Deze
versterkte verplaatsing werd doorgegeven aan de meetklok, waar
ze kon worden afgelezen.
De meting werd uitgevoerd met de volgende banden
Fen
Serie I (invar) Fen
f Fen
i Fen
Serie 11 (invar) Een
band
nr.
23379
S.M.
nr.
band
nr.
23380
S.M.
nr.
113
band
nr.
23382
S.M.
nr.
band
nr.
23866
S.M.
nr.
144
band
nr.
23867
S.M.
nr.
145
band
nr.
23868
S.M.
nr.
146
band
nr.
23869
S.M.
nr.
147
Belasting
Opstelling ter bepaling van de uitzettingscoëfficiënt van
invarband en stalen band.
Katrol
fiouur3
Elektrische
verplaatsingsmeter
112
115