196
boekhouding, van wie ook, iets blijkt. Uit de boekhouding ten
hypotheekkantore kan dus met volkomen zekerheid een negatief
feit worden vastgesteld, nl. dat een eigendomsovergang door levering
niet heeft plaats gevonden. De omstandigheid dat deze boekhouding
slechts deze negatieve zekerheid vermag te geven heeft er toe
geleid dat men zegt, dat wij een negatief stelsel van grondboek
houding hebben. En zelfs die negatieve zekerheid, die onze grond
boekhouding geeft, is nog zeer onvolledig, want deze bestaat, wat de
eigendom betreft, slechts ten aanzien van de eigendomsverkrijging
door levering, niet ten aanzien van eigendomsverkrijging ingevolge
erfrecht, boedelmenging of boedelscheiding.
Wellicht vraagt men zich af: is al die onzekerheid nu wel nodig?
Kan men de betekenis van de boekhouding niet zo veranderen,
dat men altijd zeker is, dat degene die daarin als eigenaar van een
bepaald perceel staat geboekt, inderdaad eigenaar is Dit zou
zeker denkbaar zijn. Het gevolg van zodanige regeling zou zijn,
dat de overschrijving van een perceel van de eigenaar op een andei,
die ander inderdaad eigenaar zou maken, ongeacht of die over
schrijving al of niet terecht geschiedde. Bij een dergelijke regeling
spreekt men van een positief stelsel. Ik geloof echter wel dat dit
verder gaat dan nodig is. Waarom moet degene die zich beroept
op een boeking waarvan hij altijd geweten heeft dat zij onjuist was,
ook beschermd worden Een volledig positief stelsel van grond
boekhouding vindt men dan ook bij mijn weten nergens. Wel vindt
men in sommige landen, zoals Duitsland en Zwitserland, een zgn.
quasi-positief stelsel, dat slechts hem tot eigenaar maakt, die, af
gaande op hetgeen uit de boekhouding blijkt en niet beter wetende,
degene die hem een onroerend goed overdraagt voor beschikkings
bevoegd houdt.
Voor de invoering van een dergelijk stelsel zijn hier te lande
ook wel stemmen opgegaan, doch ik geloof niet dat de kans groot
is dat dit binnen afzienbare tijd zal geschieden.
De ontwerper van ons nieuw burgerlijk wetboek, wijlen Prof.
Meijers, heeft nl. voordat hij aan zijn werk begon o.m. aan de
Tweede Kamer de vraag voorgelegd of het gewenst zou zijn tot
een positief stelsel over te gaan, en heeft daarop een ontkennend
antwoord gekregen. In zijn ontwerp vindt men dan ook een negatief
stelsel, maar een dat veel minder mazen heeft dan het stelsel dat
nu nog bij ons geldt.
Natuurlijk is er voor de invoering van een positief stelsel veel
te zeggen: het biedt het voordeel dat, als men afgaande op de
inhoud van de registers een perceel geleverd krijgt, men zeker
weet dat men daarvan eigenaar wordt. Maar dat voordeel heeft zijn
natuurlijke keerzijde: men weet niet zeker dat men die eigendom
niet tegen zijn zin weer kan kwijt raken tengevolge van het feit dat
er een verkeerde boeking heeft plaats gevonden, want ook degene,
die afgaande op die verkeerde boeking aan zich laat overdragen,
wordt beschermd. Dit gevaar kan slechts worden verminderd