199 de gebruiksgrens van de kadastrale grens voor, dan wordt het wel zeer moeilijk om de juiste eigendomsgrens vast te stellen. Immers zou dan eigenlijk moeten worden uitgezocht voor welk gedeelte van het tussen de kadastrale grens en de gebruiksgrens gelegen gebied het bezit van de gebruiker zo lang heeft geduurd, dat de verjaring is voltooid, aangenomen althans dat dit bezit zodanig is geweest, dat het als grondslag voor de verjaring kan dienen. Deze vaststelling kan men niet verlangen van de landmeter van het kadaster. Zij kan slechts geschieden door de rechter, die getuigen kan horen, en dan vaak een heel moeilijke beslissing zal hebben te nemen, waarbij de voorlichting van een landmeter van het kadaster voor hem wel van veel nut kan zijn, al was het alleen al om in zijn vonnis een juiste omschrijving van de door hem vastgestelde eigendomsgrens te kunnen geven. Beter dan over de grens een proces te voeren waarvan de kost baarheid even zeker is als de uitslag onzeker, is het dat de aan grenzende eigenaren daarover een schikking treffen. Dat ook hierbij de landmeter van het kadaster voortreffelijke diensten kan bewijzen behoef ik hier niet te betogen. En treft men zodanige schikking, dan is het gewenst, dat men daaraan laat medewerken degenen die beperkte zakelijke rechten op de verschillende percelen hebben, anders behoeven deze zich aan die schikking niet te storen. Voorts acht ik het zeer gewenst, dat van die schikking een notariële akte wordt opgemaakt, die ten hypotheekkantore wordt overge schreven. Ofschoon hierover wel eens anders wordt gedacht, ben ik van oordeel dat die dading de strekking heeft voor het geval de grens, die daarbij wordt overeengekomen, mocht blijken af te wijken van de eigendomsgrens, het tussen die grenzen gelegen gebied over te dragen. Eigenlijk behelst zo'n schikking dus een voorwaardelijke levering, en deze kan nu eenmaal geen effect hebben zonder de overschrijving van een notariële transportakte. Niet alleen het verloop van de gebruiksgrenzen en de verjaring ondergraven het samenvallen van de kadastrale en de eigendoms- grenzen. Een belangrijke bron van afwijkingen is ook gelegen in de omstandigheid, dat bij transportakten soms gedeelten van een kadastraal perceel worden overgedragen. Zoals ik al opmerkte is voor de vraag welk gedeelte van het kadastrale perceel wordt over gedragen beslissend de omschrijving van dat deel en zijn grenzen in de transportakte. Nu is een beschrijving van die grenzen zo, dat over de loop daarvan geen twijfel mogelijk is, wel uiterst moeilijk; zeker voor notarissen die geen geodesie hebben gestudeerd. Toch geschiedt het vaak dat de notaris ertoe overgaat, daarbij afgaande op datgene wat partijen zelf hem daaromtrent verklaren. Deze partijen hebben inderdaad veelal wel een bepaalde grenslijn op het oog, doch zij zullen in de beschrijving daarvan vaak nog veel minder vaardig zijn dan de notaris. Zij zullen na hun aanduiding misschien nog zeggen, dat zij op het terrein zelf de grens wel met paaltjes hebben uitgezet of nog zullen uitzetten, en de notaris neemt dan bijv.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 13