te worden opgespoord. De coördinaten daarvan mogen niet meer
worden gebruikt. Als eindpunten van meetlijnen kunnen deze
punten blijven meedoen. Tezijnertijd krijgen ze wel nieuwe coör
dinaten toegewezen. Een van de belangrijkste onderdelen van de
gehele fotogrammetrische procedure is de signalisering. Daarbij
dient aandacht te worden geschonken aan een zestal soorten
punten
ie. punten die dienen als intermediair om de fotogrammetrische
modellen in één verband te kunnen brengen;
2e. punten die dienen om dit verband aan het R.D.-stelsel aan te
sluiten; deze punten worden ter meerdere zekerheid doorgaans
aangegeven door een drietal signalen op onderlinge afstanden
van io a 30 meter, uitgelegd op sterk contrasterende onder
grond
3e. punten die bij suppletoire metingen na afloop van de hermeting
kunnen dienst doen als grondslag voor detailmeting; van deze
punten worden de coördinaten langs fotogrammetrische weg
bepaald
4e. grenspunten;
5e. punten in of nabij van uit de lucht door overgroeiing of anders
zins onzichtbare grenzen;
6e. snij- of eindpunten van belangrijke oude meetlijnen, die men
wil handhaven of althans wil gebruiken ter completering van
de fotogrammetrische kaart.
Prof. Schermerhorn geeft in Paper No. 2 voor de Common
wealth Survey Officers' Conference 1959, waarvan ik U de lezing
kan aanbevelen, een uitvoerige beschrijving van de fotogrammetri
sche techniek voor kadastrale hermetingen. In grote lijnen komt
onze werkwijze met de daar beschrevene overeen. Op één onderdeel
is er echter een sterke afwijking. Prof. Schermerhorn propageert
een delimitatie vooraf en signalisering van zoveel mogelijk grens
punten. Deze delimitatie vooraf is bij ons nog maar drie maal
uitgevoerd in een geheel object en in een vierde object voor een
klein gedeelte. In de eerste plaats mankeert het de velddienst vaak
aan de nodige tijd om de delimitatie werkzaamheden vooraf te
kunnen uitvoeren. Dit zou op zichzelf zijn op te lossen door óf het
ogenblik waarop de opdracht tot uitvoering van de hermeting
wordt gegeven vroeger te kiezen, óf de opneming een jaar uit de
stellen. Een omstandigheid die we echter niet in de hand hebben
is de onderontwikkeldheid van de Nederlandse bevolking in zake
landmeetkundige en kadastrale aangelegenheden. Waar straten
makers, werkend in dienst van de overheid, de zg. vaste punten
van het kadaster, de kadstenen, ongestraft kunnen rooien of ver
plaatsen, kan van de zijde van het publiek moeilijk respect worden
verwacht voor de broze tekens, die de landmeter plaatst ten behoeve
van een fotogrammetrische opneming. In een object waar de
signaaldichtheid ongeveer één per zeven ha bedroeg, werden
228