metrische weg bepaalde coördinaten ongeveer 5 cm bedraagt, met
een kleine variatie overigens per afzonderlijk model.
Uit de fotogrammetrisch bepaalde coördinaten van een aantal
punten zijn de afstanden tussen deze punten berekend. Deze af-
zOz
standen zijn ingedeeld in vier groepen en vergeleken met de ter-
restrisch gemeten afstanden. Voor elke groep is de standaard
afwijking in de fotogrammetrische lengtemeting bepaald. Het
resultaat is vermeld in de volgende tabel:
232
0 20 40 60
model 2154-2155
0 20 40 60
model 2169-2170
0 20 40 60 80
model 2170-2171
0 20 40 60 80
modellen 2154-55 ,2109-70.2170-71
Fig. 1