1
3
Ondertussen is hier nog geen rekening gehouden met de des
betreffende standaardafwijkingen in de terrestrische metingen.
Deze zijn evenwel niet zo eenvoudig vast te stellen.
Volgens de H.T.W. wordt de standaardafwijking in een ter-
restrisch bepaalde lengte uitgedrukt door de betrekking:
mal2 bl
De grote moeilijkheid is nu waarden voor de coëfficiënten a en b
vast te stellen. Uit de beschikbare gegevens blijkt, dat tijdens de
terrestrische lengtemeting geen temperatuurwaarnemingen zijn
gedaan. De correctie t.g.v. de stereografische kaartprojectie be
draagt in het onderhavige object slechts 0,1 mm/hm, zodat deze
buiten beschouwing kan worden gelaten.
Voor de meting onder alle weersomstandigheden en zonder dat
correcties aan de waarnemingen worden aangebracht moeten we
stellen a 6 en b 3. Hiermee vinden we voor de gemiddelden
van de beschouwde afstanden het volgende resultaat.
De varianties betreffende de fotogrammetrische lengtemeting
zouden dus met de hier gevonden varianties (3e kolom) kunnen
worden verminderd. De invloed op de standaardafwijkingen blijkt
evenwel, in het bijzonder voor de korte afstanden, zeer klein te zijn.
Bij de uitwerking van de proef is gebleken, dat er voor ver
schillende afstanden een systematisch verschil bestaat tussen
fotogrammetrische en terrestrische lengte. In enkele gevallen zelfs
tot 20 cm toe. Teneinde na te gaan of en in hoeverre de fotogram
metrische bepaling hieraan debet zou kunnen zijn, is een aantal
afstanden gelegen in de overlappingszone tussen twee of drie
233
Afstand
Aantal afstanden
Standaardafwijking
0
H
O
12
5 cm
1030 m
16
6 cm
30100 m
31
7 cm
meer dan 100 m
15
8 cm
Groep
Gemiddelde
mJ in cm2
mt in cm
afstand
0xo m
5 m
0,16
0,4
1030 m
20 m
0,84
o,9
30100 m
65 m
4.48
2,1
meer dan 100 m
.150 m
18,00
4,2