ik hoop, niet zo zwaar op de maag zal liggen en dat tot taak heeft om voor U hetgeen zal volgen wat gemakkelijker verteerbaar te maken. Ik neem nu eens aan dat ik ernstig overweeg een auto te kopen en daarom ga ik naar een auto-dealer, met wie ik in onderhandeling treed betreffende de aankoop van een bepaalde wagen. Deze onder handelingen kunnen voeren tot het resultaat, dat ik voor een be paalde prijs een auto koop en deze mij geleverd wordt, doch zij kunnen ook afspringen. In het laatste geval krijg ik geen recht op levering van een auto en word ik daarvan ook geen eigenaar, doch evenmin word ik schuldenaar van de koopprijs. De auto-dealer heeft een boekhouder en na afloop van de onder handelingen deelt hij het resultaat daarvan, wat dat dan ook ge weest moge zijn, aan die boekhouder mede. Het meest normale is natuurlijk dat, als ik de auto heb gekocht en ontvangen, deze transactie juist in de boeken wordt verwerkt, en dat als de onder handelingen zijn mislukt, niets wordt opgeschreven. Doch het normale is zoals gewoonlijk - niet erg interessant. Ik neem dus nu maar eens aan, dat de boekhouder het niet goed doet. On danks het feit dat de koop is gesloten en de levering heeft plaats gehad, verzuimt hij bijv. de transactie in de boeken aan te tekenen. Deze nalatigheid heeft echter op mijn rechten en plichten niet de minste invloeddesondanks zal ik eigenaar van de auto en schulde naar van de koopprijs geworden zijn, zodra de wagen mij is geleverd de rechtsgevolgen van de transactie hangen nu eenmaal niet af van de omstandigheid of de boekhouder daarvan iets gelieft op te schrijven. Ook het omgekeerde is waar: als de onderhandelingen zijn af gesprongen, doch de boekhouder niettemin aantekent dat ik de wagen heb gekocht en ontvangen, word ik daardoor geen eigenaar van de auto of schuldenaar van de koopprijs. Nemen wij nu eens aan, dat de auto-dealer in dit laatste ge val, afgaande op de inhoud van zijn boeken, van mij betaling vraagt, die ik natuurlijk weiger, en dat hij mij tenslotte dagvaardt om van de rechter mijn veroordeling tot betaling te verkrijgen. In die dagvaarding zal hij de feiten moeten vermelden waaruit zijn recht op betaling voortvloeit. Die feiten zijn echter niet de aan tekeningen die de boekhouder in zijn boeken heeft opgeschreven, want uit dat aantekenen vloeit zijn recht op betaling niet voort. Hij zal in de dagvaarding hebben te stellen dat hij de auto voor een bepaalde prijs aan mij heeft verkocht en geleverd. Doet hij dat, dan zal dat natuurlijk tot gevolg hebben dat ik die feiten in het proces ga ontkennen, en het gevolg van die ontkenning zal zijn, dat die auto-dealer, wil hij zijn proces niet verliezen, die feiten zal hebben te bewijzen, en als het eenmaal zover is, dan is het althans in theorie niet uitgesloten, dat ik met de aantekening in de boekhouding last krijg. Immers art. 7 van het Wetboek van 190

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 4