246
Bij de informatie-verwerkende machines komen verschillende
vormen van geheugens voor:
de magnetische band, de magnetische trommels, magnetische
schijven, de magnetische kernen, elektronenbuizen, enz.
Het verschil tussen het ponskaartengeheugen en bijv. het magne
tische schijvengeheugen is, dat dit laatste zonder menselijke tussen
komst kan worden geraadpleegd. Dit geheugen is onmiddellijk en
op iedere willekeurige plaats te raadplegen (zgn. random access").
Het aantal tekens dat per stapel schijven kan worden opgeborgen
bedraagt thans al 10 miljoen. Door toevoeging van extra geheugens
kan het aantal op te bergen tekens tot 20 miljoen per machine
(de Ramac Random Access Method of Accounting and Control)
worden opgevoerd. Alle rekeningen (in ons geval zouden dit legger
artikels zijn) kunnen post voor post in de machine worden bij
gewerkt met een enorme snelheid. In tegenstelling dus met andere
machines (met „serial access") die in opeenvolgende fasen het ge
vraagde gegeven produceren (bijv. bij een magnetische band,
waarbij eerst de gegevens gelezen moeten worden!) begeeft bij de
Ramac de aftastarm zich onmiddellijk naar de schijf, waarin het
gevraagde is ondergebracht.
Nemen we nu eens aan dat alle gegevens van het kadaster zich
in dergelijke geheugens bevonden, opgesteld op één centraal punt.
Per telex wordt vanuit een kadasterkantoor ergens in Nederland
de opdracht gegeven. Deze wordt in de machine ingevoerd; de
machine zoekt de gegevens op en levert ze via het uitvoerorgaan.
(Aan één machine kunnen verschillende uitvoerorganen worden
gekoppeldhet uitvoerorgaan werkt langzamer dan de verwerkende
eenheid.) Per telex gaat het bericht terug.
Stellen we ons een dergelijk kadaster eens voor: Geen rijen
registers 71, kadastrale leggers en naamlijsten op kadasterkantoren,
maar ergens in het land op een centrale plaats enige machines, die
alle inlichtingen verstrekken. Denken we nu maar eens even niet
aan de enorme moeilijkheid van de informatieverstrekking (per
telex) van een kadasterkantoor naar het centrale bureau. Hoeveel
informatieverwerkende machines zouden nodig zijn voor de op
berging en verstrekking van de kadastrale gegevens
Het aantal kadastrale percelen bedraagt ongeveer 4,7 miljoen.
Het aantal te gebruiken tekens per perceel bedrage 70; derhalve
zijn voor de percelen in totaal 329 miljoen tekens nodig. Stellen
we het aantal tekens, nodig voor de tenaamstelling eveneens op
hetzelfde bedrag, dan dienen ca. 660 miljoen tekens, af te ronden
op 700 miljoen tekens, in geheugens opgeborgen te worden. Hier
voor zijn dan nog altijd 35 Ramacs met toebehoren nodig. Hieruit
blijkt wel dat de opberging van de kadastrale gegevens in geheugens
een niet eenvoudige en kostbare zaak is. (De huur van één dergelijke
machine bedraagt ongeveer fl. 19 000.per maand.) Laten we
daarom de gedachte aan automatisering voorlopig los en gaan we
nu na hoe de problemen liggen bij invoering van de mechanisering.