249
Uitgaande van het hiervoorgenoemde getal van 700 miljoen
tekens, nodig voor de administrering der kadastrale gegevens, en
aannemende dat per ponskaart 70 tekens worden ondergebracht,
komen we op een aantal van 10 miljoen ponskaarten. Daar voor
het namenbestand het gemiddeld aantal ponsingen per kaart
geringer is zal het totale aantal ponskaarten gelegen zijn tussen
de 10 en 15 miljoen. Voert men de bijhouding m.b.v. bijhoudings-
ponskaarten, duplicaten van het originele bestand, dan moet het
aantal kaarten worden verdubbeld.
Hoeveel wijzigingen komen jaarlijks in de kadastrale boekhouding
voor? Volgens mededeling van de Directeur van Kadaster en
Hypotheken worden jaarlijks ongeveer 100 000 nieuwe percelen
gevormd en vervallen een zelfde aantal percelen200 000 perceel
ponskaarten zijn dus bij deze wijziging betrokken. In de tenaam
stellingen doen zich eveneens veranderingen voor: Het aantal
overgeschreven akten bedroeg in de jaren 1953 t/m 1957612 000
of gemiddeld 120 000 per jaar [9], blz. 193. Voor een tenaam
stelling worden tenminste drie ponskaarten gebruikt; bij algehele
wijziging moeten dus 360 000 ponskaarten nieuw worden geponst
oude tenaamstellingen vervallen. Op grond van deze getallen lijkt
een raming van het aantal kaarten dat bij wijzigingen is betrokken
ten bedrage van 700 000 stuks per jaar niet overdreven. Ingeval
van bijhouding door middel van bijhoudingsponskaarten wordt
het aantal ongeveer verdubbeld.
Deze getallen schijnen onrustbarend groot. Nemen we echter
in aanmerking dat commerciële boekhoudingen per jaar veelvouden
van het genoemde aantal verwerken (de K.L.M. gebruikt meer dan
20 miljoen ponskaarten per jaar), dan stelt dat ons misschien weer
iets gerust.
Conclusies
Indien ik aan het eind nog enige conclusies wil formuleren, dan
zijn deze in het kort de volgende:
1. De kadastrale boekhouding leent zich voor mechanisering.
2. De mechanisering kan een inleiding zijn tot de automatisering.
Hiermede moet rekening worden gehouden bij het ontwerpen
van een mechanische administratie.
3. De opzet van een gemechaniseerde boekhouding moet zodanig
zijn dat zij in sterke mate wordt aangepast aan de mogelijkheden
die de machines bieden.
4. Het ontwerp van Joosten, dat in veel opzichten afwijkt van
de bestaande boekhouding, zal voor het ontwerpen van een
mechanische boekhouding een beter uitgangspunt bieden dan
de bestaande boekhouding.
5. Men zal niet moeten terugschrikken voor reorganisaties die het
gevolg zijn van de mechanisering.
Ik heb de indruk dat men in het buitenland zonder meer de