258
het verslag. Het bekijken van deze foto's geeft de indruk, die men
overigens ook tijdens het congres ontving, dat het beroep van land
meter er een is, welks beoefenaars voor zover het een leek op
medisch gebied veroorloofd is deze mening uit te spreken minder
dan in andere beroepen gekweld worden door zenuwinzinkingen,
managersziekte en maagkwalen.
Moge dit in elk geval nog lang zo blijven!
J. G. Janssen
Physikalisch-Geodatische Messverfahren. Eerste af
levering: E. Gigas. Neue Wege der Dreiecks- und Höhen-
messung. 8 afleveringen van ieder 48 blz. 16,5 x 24 cm.
Hanseatische Verlaganstalt G.M.B.H., Hamburg, i960. Prijs per
aflevering DM 6.80.
Dit werk zal in losse afleveringen, ongeveer twee per jaar, ver
schijnen. Het verschijnt gelijktijdig in de „Vermessungstechnische
Rundschau".
Tot nu toe is alleen de eerste aflevering verschenen, waarin
„enige grondbegrippen van de natuurkunde" behandeld worden en
„hydrostatisch waterpassen". In de volgende delen zullen hoofd
stukken over natuurkundige, elektrotechnische en elektronische
onderwerpen afgewisseld worden met geodetische toepassingen,
zoals het „elektrisch oog", vlamtriangulatie, elektronische plaats
bepaling (geodimeter, tellurometer, loran, decca e.a.).
Het werk is bedoeld voor geodeten en landmeters die zich van
de verschillende nieuwe meetmethoden op de hoogte willen stellen
en er graag iets van willen begrijpen. Als voorkennis wordt ver
ondersteld de natuurkunde van een H.B.S., waarbij wel aan
genomen is, dat de lezer veel van deze stof vergeten is.
De eerste aflevering begint over elektriciteit met het klassieke
vlierpitbolletje, vertelt iets over de bouw van het atoom, het
periodiek systeem der elementen, en over elementaire deeltjes. Het
tweede hoofdstuk van dit deeltje geeft een uitvoerige beschrijving
over hydrostatisch waterpassen.
Een bezwaar is wel, dat hier en daar gedemonstreerd wordt hoe
ingewikkeld de natuurkundige achtergronden zijn, terwijl toch de
bedoeling moet zijn alles zo eenvoudig en helder mogelijk te be
handelen. Dikwijls worden ingewikkelde formules geponeerd
zonder voldoende litteratuurverwijzing. Ook wordt niet steeds
duidelijk gezegd waar de formules voor gelden en wat de verschil
lende symbolen betekenen.
Het hoofdstuk hydrostatisch waterpassen maakt de indruk te
bestaan uit bijeengeraapte stukjes, die niet tot één geheel verwerkt
zijn.
Bevreemdend is de opmerking dat men vergeefs gezocht heeft
naar een vloeistof met een uitzettingscoëfficiënt nul, terwijl de
vloeistof die ons het meest bekend is, nl. water, bij 40 C juist aan
deze eis voldoet.