194
Raad die legataris ook al eigenaar van dat onroerend goed ingevolge
het overlijden van die testateur. Deze eigendomsovergangen vinden
dus plaats zonder dat daarvoor een publikatie in de boekhouding
ten hypotheekkantore nodig is. Ook de toedeling van een onroerend
goed uit de nalatenschap bij boedelscheiding aan een der erfge
namen heeft volkomen rechtskracht, ook al blijft de aantekening
daarvan in de registers uit. Gelukkig is ook hier de praktijk dat
dergelijke verkrijgingen na kortere of langere tijd wel worden ge
publiceerd, doch zekerheid dat zij niet zonder deze publikatie zijn
geschied, heeft men nooit.
Zijn die publikaties wel geschied, dan bestaat nog de mogelijkheid
dat zij niet juist zijn, en die mogelijkheid bestaat ook dan, wanneer
er van opzet, ja zelfs, wanneer er van lichtvaardigheid geen sprake
is. De vraag toch wie na het overlijden van de eigenaar zijn goederen
verkrijgt, moet verschillend worden beantwoord naar gelang
deze eigenaar al of niet een testament heeft gemaakt en zo hij dat
wel gedaan heeft, moet men de inhoud van het testament kennen. Nu
is het zeer goed denkbaar dat een testament dat door de erflater
in het buitenland is gemaakt, gedurende vele jaren na zijn overlijden
onbekend blijft, en dat zijn boedel dus wordt afgewikkeld op de wijze
als zou moeten gebeuren wanneer dat testament er niet was geweest.
Komt na vele jaren dat testament te voorschijn, dan kan blijken dat
alles wat te voren is geschied onjuist is geweest, en dat de pu
blikaties betreffende de verkrijgingen ingevolge het overlijden, die
inmiddels zijn geschied, volkomen in strijd zijn met de juridische
werkelijkheid die door het testament in het leven werd geroepen. Die
publikaties toch kunnen aan de werking van het testament niets af
doen. Het gevolg hiervan kan zijn dat gebouwen worden gesticht en
hypotheken worden verleend op percelen door personen die daarvan
geen eigenaar blijken te zijn. Een dergelijke mogelijkheid heeft
I. Boer Hzn. aangegrepen tot het doen van een grootscheepse
aanval op ons stelsel van grondboekhouding in zijn geschrift ge
titeld: „De ramp van Heikamp". Weliswaar was hier de oorzaak
niet een onbekend gebleven in het buitenland gemaakt testament,
doch een onbekend gebleven in het buitenland geboren kind van de
erflater, dat in plaats van de neven en nichten, die zich voor erf
genamen hadden gehouden, de nalatenschap kwam opeisen, doch
dit maakt geen verschil, maar verschaft nog een nieuwe mogelijk
heid van onjuiste publikatie.
Ik weet niet of een dergelijke ramp zich hier te lande wel eens
in werkelijkheid heeft voorgedaan; ik geloof het echter niet.
Er is nog een bron van onzekerheid. Ook al staat vast dat degene
die bij transportakte een perceel aan een ander overdroeg volkomen
beschikkingsbevoegd was, dan weet men nog niet volkomen zeker,
dat de overschrijving van die transportakte die ander eigenaar zal
hebben gemaakt. Een vereiste voor de levering is toch ook, dat zij
plaats vindt ingevolge een „regtstitel van eigendomsovergang",
d.w.z. ingevolge een verbintenis die tot levering verplicht, en