195 deze verbintenis spruit meestal voort uit de koopovereenkomst waarbij het perceel door de vervreemder aan de verkrijger wordt verkocht. Nu is het denkbaar dat aan die koopovereenkomst een of ander gebrek kleeft dat misschien niet uit de registers blijkt, en dat ten gevolge heeft dat tenslotte moet worden aangenomen, dat uit die overeenkomst geen geldige verbintenis tot levering is ontstaan, en volgens de thans door de Hoge Raad aanvaarde causale leveringsleer heeft dat tot gevolg, dat ook de levering nietig is. Nu zullen er wel gevallen zijn waarin tegenover derden op die nietigheid geen beroep kan worden gedaan, bijv. ingevolge art. 1910 van het Burgerlijk Wetboek, toch ofschoon dat niet hele maal onbetwist meer is meen ik dat er zich andere gevallen kunnen voordoen waarin dit beroep op nietigheid tegenover derden wel mogelijk is. In theorie kan men dus ten hypotheekkantore geen zekerheid verkrijgen t.a.v. de vraag wie eigenaar is van een bepaald per ceel. In de praktijk loopt het echter nogal los, en de toestand is sinds enige jaren veel beter geworden doordat toen werd bepaald, dat voor bijna alle overdrachten een notariële akte wordt vereist: notarissen plegen nl. alvorens mede te werken tot een transport een nogal nauwkeurig onderzoek in te stellen naar de rechten van degene die een perceel wil overdragen en van dit onderzoek kan dan een eventuele collega, wiens medewerking wordt gevraagd voor een volgend transport, weer profiteren. Immers bevindt deze, dat degene die het perceel wil overdragen dit krachtens een authentiek transport heeft verkregen, dan weet hij dat tot aan die verkrijging alles al behoorlijk is onderzocht en in orde bevonden, en behoeft hij dat onderzoek niet te herhalen. Ik geloof dan ook niet dat in de praktijk velen, die afgaande op de registers onroerend goed hebben verkregen, zijn misleid: ik heb 16 jaar een rechtsprekende functie uitgeoefend, waarvan naar schatting 10 jaar in een civiele kamer, en ik herinner mij niet ooit een geval van dergelijke misleiding te hebben meegemaakt. Er is echter één ding dat men met absolute zekerheid uit de registers zou kunnen afleiden en op dat punt vertonen zij een belangrijk juridisch verschil met de boekhouding van een parti culier: gesteld bijv. dat Jansen mij een bepaald perceel te koop aanbiedt, en dat ik hem tegenwerp dat hij dit toch niet kan doen, omdat dit perceel eigendom van Pieterse is, en hij hierop antwoordt dat dit inderdaad zo was, doch dat Pieterse enige maanden geleden dat perceel aan Jansen heeft verkocht en geleverd, dan kan ik, indien ik ten hypotheekkantore geen transportakte Pieterse-Jansen vind overgeschreven, met zekerheid zeggen, dat Jansen door zodanig transport geen eigenaar kan zijn geworden. Immers voor de geldig heid van de levering eist onze wet nu eenmaal de overschrijving van de transportakte. Dat is bij het geval van de auto anders. Daarvan kan ik eigenaar worden door levering zonder dat daarvan in een

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 9