Memorie van Toelichting
282
Artikel i. i. Onder de naam van kadastraal recht zijn wegens het
verrichten van werkzaamheden door de bewaringen van de hypotheken,
het kadaster en de scheepsbewijzen en de tot de landmeetkundige dienst
van het kadaster behorende bureaus door belanghebbenden aan de Staat
vergoedingen verschuldigd op de voet van bij algemene maatregel van
bestuur te stellen regelen.
2. De tarieven van het kadastraal recht worden tot geen hoger bedrag
vastgesteld dan tot dekking van de ten laste van het Rijk komende kosten
van de dienst van kadaster en hypotheken wordt vereist.
3. Wij regelen bij voormelde algemene maatregel van bestuur de wijze,
waarop bet kadastraal recht wordt voldaan of verrekend.
Artikel 2. Wij behouden Ons voor bij de algemene maatregel van
bestuur bedoeld in artikel 1 verrichtingen aan te wijzen, waarvoor ka
dastraal recht niet is verschuldigd.
Artikel 3. Onze Minister van Financiën is bevoegd in bijzondere
gevallen vrijstelling, vermindering of teruggaaf van kadastraal recht te
verlenen.
Artikel 4. Alle aansprakelijkheid tegenover het publiek van de be
waarders van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen wordt
vervangen door een aansprakelijkheid van de Staat.
Artikel 5. In de Zegelwet 1917 worden de navolgende wijzigingen aan
gebracht
a. in artikel 23 vervalt het bepaalde onder 6°;
b. artikel 28, eerste lid, letter a, wordt gelezen:
de stukken in artikel 23 onder 1°, 2° en 40 genoemd.
Artikel 6. De wet van 3 april 1922 [Stb. 166) wordt ingetrokken.
Artikel 7. Deze wet kan worden aangehaald als „Wet kadastraalrecht".
Zij treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.
De tarieven voor de verrichtingen, welke geschieden door de dienst van
kadaster en hypotheken, zijn geregeld in de wet van 3 april 1922, Stb. 166
(gewijzigd bij de wet van 21 juli 1927, Stb. 258), in een aantal daarop
steunende algemene maatregelen van bestuur en Koninklijke besluiten
en voorts in enige ministeriële beschikkingen.
In genoemde wet zijn tarieven vastgesteld voor de volgende verrich
tingen: overschrijving met de pen in de openbare registers van borderellen
en andere stukken; doorhaling van hypothecaire inschrijvingen en van
overgeschreven processen-verbaal van inbeslagneminghet stellen van aan
tekeningen naast in- en overschrijvingen in de openbare registershet ver
lenen van inzage van de registershet afgeven van staten van inschrijvingen
of van afschriften uit de registers en het stellen van verklaringen daarop
het vervaardigen van uittreksels uit de plans en de kadastrale leggers; het
verlenen van inzage van plans en leggers.
Het op grond van de genoemde wet van 1922 uitgevaardigd Koninklijk
besluit van 26 april 1922, Stb. 226 (gewijzigd en aangevuld bij de besluiten
van 28 januari 1927, Stb. 20; van 14 december 1931, Stb. 505; van 8 maart
1938, Stb. 440; van 5 oktober 1946, Stb. G 276; van 19 februari 1948, Stb.
I 61van 9 juli 1949, Stb. J 304, en van 9 mei 1956, Stb. 257) geeft tarieven
voor de vernieuwing van kadastrale stukken, welke onder de gemeente
besturen berusten, en voor het verstrekken van gegevens ter bijwerking
van deze stukken. Voorts stelt dit besluit de bedragen vast, welke zijn
verschuldigd door belanghebbenden voor verrichtingen van landmeters en
ander kadastraal personeel en voor het in bewaring nemen van afschriften
van ter in- of overschrijving aangeboden stukken als zijn bedoeld in