294 lingen. Men zou het ook zo kunnen stellen: het verrichten van hypothecaire werkzaamheden is een plicht van de Staat, aan wie de zorg van de openbare registers door het civiele recht is opge dragen; het verrichten van kadastrale werkzaamheden is min of meer een liberaliteit van de zijde van de Overheid. Het getuigt naar onze mening van weinig werkelijkheidszin, indien men bij de opstelling van een wettelijke regeling dit verschil in aard van de onderwerpen dier regeling niet of nauwelijks onderkent. Was het niet meer in overeenstemming met de werkelijkheid geweest, indien men bij de opzet was uitgegaan van dat verschil en de splitsing der tarieven volledig had doorgevoerd door ze elk afzonderlijk onder te brengen in een eigen wet? Vele moeilijkheden zouden dan zijn opgelost geweest en nagenoeg alle partijen hadden hun zin gekregen. Aangezien de kosten verbonden aan het verrichten van hypo thecaire werkzaamheden, naar mag worden aangenomen, in de toekomst weinig aan verandering onderhevig zullen zijn, was er niets op tegen geweest het tarief van die verrichtingen direct in de wet op te nemen. Voor de tarifiëring van de kadastrale werkzaam heden zou een raamwet meer op zijn plaats zijn geweest, daar de argumenten van de regering voor meer bewegingsvrijheid bij de tariefwijziging, naar ons voorkomt met betrekking tot die werk zaamheden wel aanvaardbaar zijn. Deze volkomen scheiding van tarieven zou bovendien de wetgever in de gelegenheid hebben ge steld bij de vaststelling van het tariefpeil ten aanzien van de hypo thecaire werkzaamheden andere maatstaven aan te leggen, dan bij die met betrekking tot de kadastrale werkzaamheden. Op de wense lijkheid van het maken van een dergelijk onderscheid kom ik hierna terug. Ter adstruering van het voorgaande geven we hier een korte schets van de na-oorlogse activiteiten op het gebied van tariefs herziening in Indonesië. In het vooroorlogse Indonesië, toen nog Nederlands-Indië ge heten, was de zorg voor de openbaarmaking van rechtshandelingen met betrekking tot onroerende goederen (de in- en overschrijving) in principe opgedragen aan leden van de rechterlijke macht (com missarissen uit de raden van justitie) en in de gewesten waar geen raden van justitie voorkwamen, aan de hoofden van gewestelijk bestuur. Voor hen bestonden afzonderlijke tariefsbepalingen, die gebaseerd waren op de notariële tarieven van 1822. Daarnaast kende Indië een kadaster dat een eigen functie had, die was opgedragen aan een zelfstandig orgaan, de kadastrale dienst. Ook deze dienst beschikte uiteraard over een tarief voor de diensten, die aan derden werden verleend. Overschrijvingsambtenaar en Kadaster hadden dus organisa torisch niets met elkaar te maken. Toch waren tengevolge van het feit, dat de wet (de overschrijvingsordonnantie) de bepaling inhield, dat'niet tot overschrijving kon worden overgegaan dan tegen over-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 32