298 lijkt mij dan ook toe, dat de Regering met het opnemen van dit kostendekkingsbeginsel het paard van Troje in de tarief wetgeving heeft gehaald. Was het niet veel eenvoudiger geweest indien zij de verhoging van de tarieven gekoppeld had aan de verhoging, die de notariële tarieven sinds de oorlog hebben ondergaan Des te meer valt hier voor iets te zeggen, indien we bedenken dat ongeveer 80% van de inkomsten van hypotheken en kadaster voortvloeien uit de hypo thecaire verrichtingen en deze verrichtingen evenals de notariële verrichtingen, voorzover deze verband houden met het verkeer in onroerende goederen, strekken tot verhoging van de rechtszekerheid voor de betrokkenen. Uit een vergelijking van de notariële tarieven van omstreeks 1933 met die van heden, konden we vaststellen, dat deze tarieven over een tijdvak van 27 jaar met ongeveer 95% werden verhoogd. Is het een toeval, dat dit percentage zo weinig afwijkt van dat, het welk de Regering voor ogen staat Had de Regering zich niet veel hoofdbrekens bespaard, indien zij, de knoop doorhakkend, de ta rieven eenvoudig had verdubbeld, temeer, waar er blijkens het voorlopig verslag door enige leden wordt gevraagd naar de reden waarom in het ontwerp wel het kostendekkingsbeginsel, maar niet de gedachte van „een matige winst" uit de nieuwe Provinciale Wet is overgenomen. De vrijstellingen In de memorie van toelichting wordt o.m. opgemerkt, dat in het ontwerp het geleidelijk chaotisch geworden systeem van vrij stellingen volgens de wet van 1922 is verlaten. We kunnen dit be sluit niet anders dan toejuichen. Hoeveel tijd, dus ook geld, is er in de loop der jaren niet verloren gegaan met het debatteren om trent de vraag of een bepaalde verrichting al dan niet van retributie was vrijgesteld. Het is dan ook te betreuren, dat de Regering niet nog rigoureuzer heeft willen ingrijpen en niet tevens met de invoering van de wet ook de vrijstellingen, voorkomende in andere wetten laat vervallen. Voorlopig zal dus de toepasser van de nieuwe wet nog rekening moeten houden met vrijstellingen voorkomende in voor hem ten dele onbekende wetten. In ieder geval mogen we verwachten binnen afzienbare tijd ook van deze vrijstellingen verlost te zijn. Dan resten alleen nog die, welke volgens artikel 3 van het ontwerp de Minister van Financiën bevoegd is in bijzondere gevallen te verlenen. Deze zullen geen moeilijkheden opleveren, mits ze inderdaad bewaard worden voor bijzondere gevallen. Letten we nu op de reacties van sommige leden van de Vaste Commissie, dan zal het nog te bezien staan of de Regering ten aanzien van die vrijstellingen haar plannen zal kunnen doorvoeren. Laten we echter hopen dat zij er in zal slagen, de aan gevoerde, overigens zwak gefundeerde bezwaren uit de kring van gemeenten en waterschappen te ontzenuwen. Gemeenten geven niet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 36