Dat niet volstaan kan worden met alleen die gronden in het blok op te nemen, die voor wegen en waterlopen strikt nodig zijn, volgt uit de consequenties van oneconomische versnijding der percelen en uit de noodzaak van een toereikende compensatiemogelijkheid voor de gedupeerden. Een goede verkaveling, ook ten behoeve van de stedebouwkundige bestemming, kan slechts tot stand komen binnen een ruimere begrenzing. In de gewisselde stukken, die gevoerd hebben tot de wets wijziging in 1941, wordt reeds gezegd dat geen ongewenste ge volgen behoeven te worden gevreesd, omdat zowel het uit breidingsplan als het wegen- en waterlopennet aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten zijn onderworpen. Dit college kan toezien dat beide op elkaar zijn afgestemd. Het vastgestelde blok en het plan van wegen en waterlopen vormen samen het onaantastbare raam waarbinnen de kavels worden geprojecteerd, ook in het uit breidingsplan. Men realisere zich tevens, dat vervallen wegen naderhand niet meer kunnen herleven en dat de bepaling van artikel 12 inzake onder- en overbedeling tot 5 een grote beperking oplegt voor lokale herzieningen. Ten aanzien van percelen die oorspronkelijk voor een deel binnen en voor een ander deel buiten het uitbreidingsplan zijn gelegen, zou de toedeling onmogelijk worden met het oog op de artikelen 14 en 15, indien tenminste geen beroep wordt gedaan op de ontsnappingsclausule „voor zover het belang der ruilverkaveling zich hiertegen niet verzet", respec tievelijk „voor zover het belang der ruilverkaveling dit vordert". Bij het zoeken naar uitkomst voor de moeilijkheden, waarin de procedure verzeild was geraakt, rees de vraag in hoeverre derden zich op de vonnissen zouden kunnen beroepen. Het schijnt gerecht vaardigd de mogelijkheid hiertoe uitgesloten te achten, omdat deze derden te rechter tijd geen bezwaren hebben ingediend en het plan van ruilverkaveling, voor zover hun eigendommen betreft, vaststaat. Voorts ware aan de arresten van de Hoge Raad het gevolg te ontlenen van herstel van kavelindeling en plan van ruil verkaveling nu de van-onwaarde-verklaring is vernietigd. Een ogenblik is overwogen de afdoening van de ruilverkaveling te vervolgen op grond van de nieuwe wet van 1954- Voor de in uit voering zijnde blokken was deze mogelijkheid in het begin van 1955 aanwezig. Mede gezien het reeds vergevorderde stadium waarin het object „Beekbergen" verkeerde, bleek zulks echter onmogelijk. De rechtsmiddelen om tegen beide vonnissen op te komen, request-civiel en derden-verzet boden weinig of geen hoop op welslagen. Immers artikel 81 der wet stelt ondubbelzinnig dat geen verzet, noch enige andere voorziening dan alleen cassatie, in het belang der wet is toegelaten. 271 „Ook de Rechter zal zich met de vraag, of opneming van bepaalde terreinen in het blok nodig was, zeker niet inlatenzou men op deze grond in rechten willen beweren, dat de gehele ruilverkaveling ongeldig is, dan zal een niet-ontvankelijkverklaring het resultaat zijn".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 9