352 hongerjaren tussen 1945 en 1948- In 195° werd. een ontwikkelings programma voor lange termijn opgesteld en in 1951 werd de GmbH Emsland opgericht. Het doel van dit lichaam is een coördinatie te bereiken tussen de uitvoerende diensten. Het ontwikkelings gebied heeft een grootte van rond 530000 ha. Bij het ontwikkelings plan betrekt men ook de versteviging van de waterkering langs ongeveer 200 km Wadden- en Noordzeekust ter voorkoming van catastrofen. Voor dit onderdeel wordt met een tienjarenplan ge werkt. De totale kosten daarvan zullen ongeveer anderhalf miljoen DM bedragen. De geleidelijke stijging van het zeeniveau en het feit dat zeer grote delen van het Emsland 2 a 3 m onder zeeniveau liggen maken de ontwatering tot een zorgenkind. De volgorde van het werk is: normalisatie en kanalisatie van de rivieren, gemaal- en sluizenbouw en daarna de wegenbouw. Ontginningswerkzaamheden volgen dan. Ook in het Emsland komen veelvuldig percelen voor met een breedte van slechts enkele meters en een lengte van soms wel 8 km. De sloten nemen vaak meer dan 20 van de perceels oppervlakte in beslag. Bij de ontginning wordt o.m. gebruik ge maakt van ploegen die tot 1,70 m diep kunnen werken. Tot heden zijn bijna 1200 boerenbedrijven gesaneerd, terwijl bovendien ruim 3500 kleine bedrijfjes geschapen werden, die in hoofdzaak zijn uitgegeven aan vluchtelingen en aan op een na oudste boerenzonen, die uit deze bedrijfjes neveninkomsten genieten. Mr. ir. S. M. Meelker sprak over „Aufbau undsoziale Bedeutung des niederlandischen Katasters". De inleider geeft, na te hebben gewezen op enige bijzondere relaties die er tussen de Duitse en de Nederlandse landmeetkunde bestaan (o.a. i.v.m. de ervaring die Nederlandse landmeters destijds bij de Duitse ruilverkavelings bureaus konden opdoen), een overzicht over de ambtelijke indeling van het Nederlandse kadaster. Daarna volgt een bespreking van onze openbare registers en van ons negatieve stelsel van publiciteit, waarbij nog wordt gewezen op de onvolkomenheid van dit negatieve stelsel, daar er bijv. bij erfopvolging en boedelscheiding geen publikatieplicht bestaat. Gememoreerd wordt evenwel, dat in het geval partijen zich niet bij een door de landmeter verrichte grensaanwij zing wensen neer te leggen, de te hulp geroepen rechter zeer veel waarde hecht aan de ambtelijke gegevens. Enige aandacht wordt geschonken aan de eigendomsverkrijging door verjaring. Na enige mededelingen te hebben gedaan over de oorspronkelijke inrichting van het kadaster en het een en ander te hebben gezegd over de wenselijkheid van kadastrale hermeting, komt spreker tot een punt waarbij hij aansluit aan de voordracht van de heer Oldenhage. Gezegd wordt, dat jaarlijks thans 30000 ha aan ruilverkavelingsobjecten in be handeling worden genomen. Door uitbreiding van deze jaarlijks te behandelen oppervlakte hoopt men in totaal omstreeks 1980 ruim x miljoen ha „verkaveld" te hebben, waarbij voor de kaart-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 34