359 huishoudelijk reglement in discussie. Het bestuursvoorstel houdt in de redactie van dit art. i te wijzigen in: „De vereniging heeft afdelingen. Over de samenstelling van deze afdelingen wordt telkenjare door de algemene vergadering beslist". De voorzitter deelt mede, dat van de afdeling Den Haag een amende ment op dit voorstel is ingekomen, waarin wordt voorgesteld in de redactie van het bestuur het woord „telkenjare" te laten vervallen. Het bestuur kan zich met deze suggestie verenigen. Ir. P. A. Roos acht het bestuursvoorstel in strijd met de Statuten. In art. 4 van de Statuten staat namelijk: „een gedeelte der gewone leden kan zich tot een afdeling verenigenaan een zodanige afdeling kan door de algemene vergadering een toelage worden verstrekt". Ir. P. A. Roos leest hieruit dat het de leden zelf zijn die over het ontstaan van de afdelingen te beslissen heben. Noch het bestuur, noch de algemene vergadering heeft daar iets mee te maken. De voorzitter bestrijdt deze opvatting; zijns inziens geeft het artikel van de statuten alleen aan dat er afdelingen kunnen zijn, de verdere status van deze afdelingen is in het huishoudelijk reglement geregeld. Ir. C. W. Moor is het met de opvatting van de voorzitter niet eens, evenals Ir. G. C. Dogterom, die als voorbeeld de afdeling Deventer aanhaalt. Na de opheffing van het kantoor Deventer heeft de naar dit kantoor genoemde afdeling overwogen zijn naam te veranderen. Besloten is dit niet te doen. Dit alles heeft de afdeling geheel op eigen gezag gedaan en het hoofdbestuur is er niet aan te pas ge komen. De voorzitter merkt op, dat de afdeling Deventer toch schriftelijk om de sanctie van het hoofdbestuur heeft gevraagd, waarop Ir. G. C. Dogterom antwoordt, dat dit zuiver als een kwestie van beleefdheid diende te worden opgevat. De heer Degenhart voelt niet veel voor het bestuursvoorstel. Hij wil liever de volledige lijst van afdelingen in het reglement behouden. Hij stelt daarom voor het voorstel aan te houden en te wachten totdat de combinatie van bureaus geheel zijn beslag zal hebben gekregen. Als het zover is kan de zaak dan opnieuw bekeken worden. De voorzitter is het met de opvatting van de heer Degenhart niet eens en brengt het bestuursvoorstel, aangevuld met het amendement van Den Haag, in stemming. De uitslag van de stemming (bij handopsteken) is dat het bestuursvoorstel wordt aan genomen met 8 stemmen tegen. De nieuwe redactie van art. 1 van het huishoudelijk reglement luidt dus voortaan: „De vereniging heeft afdelingen; over de samenstelling van deze afdelingen wordt door de algemene vergadering beslist". 8. Verzoek tot opheffing van afdeling Friesland. Door de opheffing van de kantoren Heerenveen en Sneek is er in de provincie Friesland maar één kantoor (Leeuwarden) overge bleven. De afdeling Friesland is van mening, dat het geen zin heeft

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1960 | | pagina 41