een afdeling van één bureau te laten bestaan en vraagt daarom
combinatie met de afdeling Groningen-Drenthe.
De algemene vergadering besluit zonder hoofdelijke stemming
aan het verzoek van de afdeling Friesland gevolg te geven.
Een soortgelijk verzoek is binnengekomen van de afdeling
Zeeland, die samenvoeging vraagt met de afdeling Breda. Ook dit
verzoek wordt ingewilligd.
g. Causerie H. R. Massink.
De voorzitter geeft vervolgens het woord aan de heer H. R.
Massink, die zich, op verzoek van het bestuur, bereid heeft ver
klaard iets te vertellen over zijn indrukken en ervaringen in het
Rijksdeel Suriname. Nadat de vergadering met veel aandacht naar
de causerie heeft geluisterd, dankt de voorzitter de heer Massink
voor zijn interessante voordracht die wel heel duidelijk heeft laten
zien dat het werken in de overzeese gebiedsdelen bijzonder mooi is,
maar dat daarbij toch veel takt en doorzettingsvermogen aan de
dag gelegd behoort te worden.
Hierna vindt nog een korte discussie plaats, waaraan door ver
schillende leden wordt deelgenomen.
10. Tijd en plaats van de volgende algemene vergadering.
De bepaling van tijd een plaats voor de in 1961 te houden alge
mene vergadering wordt aan het bestuur overgelaten.
11. Rondvraag.
De voorzitter geeft allereerst het woord aan de, als gast aanwezige,
voorzitter van het Landmeetkundig Gezelschap Snellius. De heer
Tienstra dankt de voorzitter voor de uitnodiging tot bijwoning
van deze vergadering en voor de gelegenheid die hem gegeven wordt
de aandacht te vestigen op het komende vierde lustrum van zijn
vereniging. Dit lustrum zal worden gevierd, zoals dat in de stu
dentenmaatschappij gebruikelijk is. Maar daarnaast is „Snellius"
ook een studievereniging en ook hieraan zal bij het lustrum aan
dacht geschonken worden. Er zal een lustrumboek worden uit
gegeven, waarin door deskundige inleiders over interessante onder
werpen zal worden geschreven. Verder bestaat het plan een ten
toonstelling over de cartografie in Nederland te organiseren. Ook
deze tentoonstelling, waarvoor reeds zeer waardevolle inzendingen
zijn toegezegd, belooft zeer interessant te worden. Tenslotte deelt
de heer Tienstra mede, dat men er in is geslaagd het huis te vinden
waarin Snellius zijn eerste „snelliuspunt" heeft bepaald (kamer
12 van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Leiden). Ter gelegenheid
van het lustrum zal daar een plaquette geplaatst worden.
De voorzitter dankt de heer Tienstra voor zijn mededelingen en
spreekt de wens uit dat het komende lustrum een groot succes zal
mogen worden.
360