kunnen worden opgezet op de wijze van de raamkaart, waarvoor de
hoofdlandmeter van het kadaster D. de Groot een warm pleidooi
heeft gevoerd in dit tijdschrift (februari i960, blz. 54).
Dit houdt een extra taak voor het kadaster in, maar al zou dit
slechts eenmaal geschieden en al zou men het bijhouden achterwege
laten, toch zou dit reeds een grote vooruitgang betekenen. Van
deze fotogrammetrische tussenkaarten kan nl. ook de overige
topografie, zoals straatprofielen, wegbermen, bijgebouwen, houten
opstallen, warenhuizen en kassen van tuinderijen, taluds, sloten e.d.
worden overgenomen. De zo ontstane moederkaarten, waarvan
allerlei soorten beheerskaarten kunnen worden afgeleid, zouden met
het straatmeubilair en andere kleine details die niet op de foto
grammetrische tussenkaart voorkomen, door meting van eigen
gemeentelijke diensten of particuliere landmeetkundige bureaus
kunnen worden gecompleteerd.
Het kadaster zou deze moederkaarten, waaruit vele nevenkaarten
kunnen worden afgeleid, moeten verzorgen. De kadastrale kaart
zelf is dan slechts één van deze nevenkaarten, die geheel door de
kadastrale dienst moet worden verzorgd.
De moederkaart zal derden in staat stellen daarvan de vereiste
beheerskaarten en technische kaarten te maken. Wat thans slechts
een tussenprodukt is, wordt hierdoor een uiterst waardevol hoofd-
produkt, zonder dat de kadastrale kaart er iets onder lijdt, hr
moge hierbij worden opgemerkt, dat zich op een heel ander gebied
een vergelijkbare ontwikkeling heeft voorgedaan, namelijk in de
mijnen, waar de steenkool al lang geen hoofdprodukt meer is, maar
in waarde slechts een vrij gering percentage betekent van het geheel
van chemische produkten die daarbij als nevenindustrie zijn ont
staan. Gewenst is een volledige en liefst systematische fotogram
metrische hermeting van Nederland, waarbij de terrestrische bij
meting, die in sterk bebouwde gebieden noodzakelijk is, aanzienlijk
verminderd kan worden door aaneengesloten bouwblokken met
de procota in te passen uit (goede) bestaande kadastrale plans.
Beheerskaarten
Genoemde moederkaarten, schaal 1 2000, worden fotografisch
vergroot tot 1 1000 en begrensd volgens het ruitlijnenstelsel
(coördinaten) van het Rijksdriehoeksnet. Zo ontstaan geschikte
dochtercalques, die in de gemeentelijke huishouding voor allerlei
beheersdoeleinden kunnen worden gebruikt. Zo nodig wordt de
overzichtelijkheid vergroot door op de dochtercalques bepaalde
details weg te raderen en andere forser te tekenen.
Al naar de aard en omvang van de gemeente en de fiscale, juri
dische en technische behoeften, kunnen van de gekaarteerde
moederkaarten een reeks beheerskaarten worden afgeleid, die resp.
moeten voldoen aan of bestemd zijn voor bijv.
1. het rooilijnenbesluit (i.v.m. bouwverordening) met voor- en
achterrooilijn,
325