3
(bijv. Kadaster Nederland, Ruilverkaveling, N.L.F. e.d.) treedt
a.h.w. vanzelf groepsvorming op. De „ondertrefwoorden" staan
weer in alfabetische volgorde, onder inachtneming van dezelfde
regels als bovenbedoeld, voor lidwoorden, voegwoorden enz. Iets
dergelijks doet zich voor bij auteurs die méér dan één artikel op
hun naam hebben staan, ten aanzien van de titels der door hen
geschreven opstellen.
Een litteratuuropgave kan bestaan uit: óf de naam van een
auteur met voorletters, volledige titel van het door hem geschreven
artikel, en vindplaats, óf een trefwoord, met de vindplaats van het
artikel waarop het trefwoord slaat, en alleen de achternaam van de
auteur.
De vindplaatsen zijn als volgt opgegeven:
1. 1940, 61-68, betekent: te vinden in jaargang 1940 van het Tijd
schrift voor Kadaster en Landmeetkunde, op blz. 61-68.
2. F 38-43, betekent: Bijblad Fotogrammetrie, blz. 38-43.
3. C 3 (1939) I, 11-12, betekent: Rapport van het 3e Congres der
N.L.F. (1939), Afdeling (Commissie) I, blz. 11-12.
4. RB 28 (1956, dec. 3) 4-5, betekent: Ruilverkavelingsbode,
(doorlopend) nummer 28, december 1956 (Nr. 3 van de jaargang
'56), blz. 4-5.
5. HK 102 (dec. 45) 23-25, betekent: Huishoudelijk Orgaan van
de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde, nr. 102, ver
schenen in december 1945, blz. 23-25. Soortgelijke aanduidingen
gelden voor het Orgaan van de Vereniging voor Kadaster en
Landmeetkunde (OK), en voor het Huishoudelijk Orgaan van
de Vereniging van Civiel-landmeters (en Geodetisch ingenieurs),
gekenmerkt met HC.
Om te weten in welk los nummer van een bepaald periodiek een
artikel voorkomt, kunnen zij die hun jaargangen oningebonden
hebben staan, de tabellen op blz. 4,5 en 6 raadplegen. Bij elke op
gave zijn zowel de eerste als de laatste bladzijde vermeld. Welis
waar is de omvang van een publikatie niet altijd evenredig aan het
belang ervan, maar toch kan men verwachten een onderwerp in een
opstel van 34 blz. uitputtender behandeld te zien, dan in artikel
van 3 of 4 pagina's.
Het register bevat, behalve de Inleiding (blz. 1-6), drie delen.
A. Het eigenlijke register (blz, 6-121).
B. Lijst van boekbeoordelingen (alfabetisch op de namen van de
auteurs der beoordeelde werken). Hierbij is tevens de achternaam
van de recensent vermeld (blz. 121-138).
C. Lijst van recensenten (alfabetisch op de namen der beoordelaars)
met verwijzing naar de namen van de auteurs der door hen beoor
deelde werken (blz. 139-142).