63
A
Warners (en Gorter).
Kadastrale tarieven. OK 12 (juli 51) 15-21, Hartman en Rietsema. OK 13
(jan. 52) 16-19, Smit; 19-21, Jonkers.
(Wet kadastraal recht), i960, 281-301, Van Huls.
Zwitserland. 1956, 135-142, Smit.
Kadastrale veldwerken. Zie Veldwerken.
Kadastrale voorschriften. Zie ook I.K. (Instructie Kadaster).
Klapper. 1941. HK 98 (dec. 41) 5-7. ie aanvulling: 1943; 2e aanvulling:
1948. OK 5 (mei 48) 21-23.
Losbladig. HK 95 (sept. 40) 10, Harkink.
Kadastrering (Instructie voor de in Indonesië). 1939, 32-33, Jonas.
Wieringermeer. C 4 (1941) 10-27, Ferwerda.
Kad. Steen (Plaatsen met een zetlat). C 2 (1937) I 16-17, Vermeulen.
Kaiser, F. Zie bij Bos, C. B. Wenszittingen enz.
Kalender (Jubileumvan de Vereniging van Civiel-landmeters en Geode
tisch ingenieurs. 1958, 195, Toussaint.
Kampereiland. Ruilverkaveling. RB 29 (1957, aPr- r) I4"I7. Oosting.
Kanaalverbetering. Friesland. Samenwerking met het kadaster. C 6 (1946)
14-16, Prinsen.
Kartografie. Zie Cartografie.
Katasteranweisung IX. 1953, 161-164, De Groot.
Kater, G. E. In Memoriam. 1937, 282.
Kavelgrenzen. (Uitzetten op het terrein van in een ruilverkaveling.
(Ruilverkavelingswet 1938, art. 73). RB 12 (1950, mrt. 2) 15-16, Gorter.
Kavelgrootte (Bezwaren tegen een- in de Ruilverkaveling) Beekbergen. RB
31 (1958, dec. 2) 28-31, Tamminga.
c.q. -vorm. Zie Perceelsvorm.
Kavelindeling in een ruilverkaveling. RB 29 (1957, aPr- t) 37~39. Muller.
in een ruilverkaveling. Invloed van heggen. RB 17 (1952, mei, 1) 22-23,
Evers.
in een ruilverkaveling. Vaststelling. RB 14 (1951, febr. 1) 1-3, Gorter.
Kavel en perceel. RB 31 (1958, dec. 2) 39-41, De Wit.
Kavelplan in een ruilverkaveling. Zie Ruilverkaveling. Plan van toedeling.
Kavels in een ruilverkaveling. Ingebruikneming. RB 7 (1948, juni, 2) 16-19,
K.B. Koninklijk Besluit.
Keiser, J. W. Toewijzing van kavels aan de staat bij ruilverkaveling. 1942, 50.
Kern. Tachymeters. Zie Tachymeters.
Theodolieten. Voorzetprisma's Zie Theodolieten.
Kiers, T. D. Ervaringen opgedaan bij het vervaardigen van nieuwe kadas
trale kaarten van het plassengebied van Loosdrecht, met behulp van
luchtfotogrammetrie. F 21-36.
Kint, A. Het kaarteringsvraagstuk in Nederlands-Indië (Indonesië) na de
wapenstilstand van 1945. 1947, 114-122.
Reorganisatie van de algemene landskaartering (in Indonesië). 1947,
122-125.
Kiplodis. 1937, (162) 165-166 (168), Harkink.
K.I.V.I. (Koninklijk Instituut van Ingenieurs). Contact met de Vereniging
van Civiel-landmeters en Geodetisch ingenieurs. HC 24 (dec. 50) 1-3.
en N.L.F. (Nederlandse Landmeetkundige Federatie). OK 30 (okt. 56)
13-15-
Klapper op circulaires en aanschrijvingen (bij het Kadaster). 1941. HK 98
(dec. 41) 5-7. ie aanvulling: 1943; 2e aanvulling: 1948. OK 5 (mei 48)
21-23.
op de jaargang 1874 van het Archief voor het Kadaster (o.r.v. O. Gleuns)
op de jaargangen 1-50 (1885-1934) van het Tijdschrift voor Kadaster en
Landmeetkunde, en op de nummers 1-77 van het Huishoudelijk Orgaan
der Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde. 1936, Bijvoegsel.
Kleefstra, J. In Memoriam. 1955, 308-309, Prinsen.
Kleuren (wegvallende-) bij verwerking van werkplans tot bijbladen in een
ruilverkaveling. RB 28 (1956, dec. 2) 4-5(6) Witt.