A 64 Klinkenberg, H. Ervaringen met een driehoeksmeting-party van de Geo detic Survey in Canada. HC 33 (jan. 54) 2-5. Het werk van de particuliere landmeter in Canada. HC 21 (dec. 49) 4-6. K.L.M. (Koninklijke Luchtvaart Maatschappij). Fototechnisch en carto grafisch bedrijf. HC 20 (juni 49) 9-13, Bos. Fototechnische dienst. 15 jaar. (1921-36). F 20, Harkink. Klompé, H. J. In Memoriam. 1938, 131, Staal. Kluvers, C. J. Afscheid als lector aan de Technische Hogeschool. HC 2 (juni 36) 3-6. De akte van grensregeling. 1940, 75-88. Artikel 115, 2e lid van de Algemene Instructie voor de ambtenaren van het Kadaster (I.K. 1937. 16-17. Kruisverwijzing. 1937, 91-92. Lector aan de Technische Hogeschool, 1935, 202. Levensbericht 1935, 205-206 Harkink. Moet bij een hermeting al dan niet worden gedelimiteerd C 14 (1954) 61-66. Omkering van de bewijslast in een grensproces is niet het enige en ook niet het belangrijkste oogmerk van de (ontworpen) wet op de grens regeling. 1935, 53-62. Overdracht van cultuurpercelen. OK 4 (jan. 48) 11-14. Het particulier werk (P.W.). 1938, 9-12. Nogmaals het „particulier werk". 1938, 76-81. De rechtswetenschappen en de techniek. (Afscheid als lector aan de Technische Hogeschool). HC 2 (juni 36) 3-6. De vernieuwing van de registers Nr. 69a. 1939, 96-107. en C. A. Berg. Moet bij een hermeting al dan niet gedelimiteerd worden C 12 (1952) 31-38. K.N.A.G. (Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap). Op richting Cartografische Sectie (13-9-58). 1958, 379- Koeman, C. Analyse van een barometrische hoogtemeting. 1958, 58-71. De berekening van de inwendige nauwkeurigheid uit simultane lengte- en breedtebepalingen met het prisma-astrolabium. 1953, 199-210. Cartografie. 1959, 275-281. Controle van een gewichtsformule (toegepast bij de vereffening van simultane lengte- en breedtebepalingen met het prisma-astrolabium). 1951. 170-176. Hoeveel civiel-landmeters zijn er sedert 1919 afgestudeerd en welke functies bekleden zij OK 20 (nov. 54) 5-8. Niet geheel identiek met HC 30 (dec. 52) 10-12. Zie ook HC 35 (jan. 55) 5-7. Landmeters in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie in de Kaapkolonie. 1952, 93-99. Optische pantografen. 1957, 221-241. Een reproduktieatlas gewijd aan de historische cartografie van de kaap kolonie. 1952, 39 (mededeling). Zie ook Koeman, C. Landmeters enz. 1952, 93-99, en Boekbespreking van Tabulae enz. 1952, 247-248. De toelage aan geodetische studenten (Brief aan het Bestuur der Ver eniging van Civiel-landmeters en Geodetisch ingenieurs, d.d. 20-6-56). HC 39 (aug. 56) 13-15. Zie ook HC 40 (febr. 57) 5-7 (Brief van A. ten Have). De verhouding van de landmeetkundige verenigingen onderling en hun samengaan in de N.L.F. HC 38 (apr. 56) 4-5. Welke nauwkeurigheid geeft de barometrische hoogtemeting 1958, 3-21. Koerslijnen uitzetten op Schiphol. Zie Schiphol. Landmeetkundige werk zaamheden. Koning, H. de. Berekenen en inboeken van de schatting (in een Ruil verkaveling). RB 29 (1957, aPr- 39-4°- Eigendoms- en gebruikskaarten in de herverkaveling Tholen. RB 34 (i960, sept. 2) 3-5. Koning, H. de Theodoliet. Zie bij Theodolieten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 74