RECHT EN ADMINISTRATIE
Prof. mr. J. M. POLAK,
Problemen van Nederlands ruilverkavelingsrecht
Inleiding
Als in 1954 Minister Mansholt het ontwerp voor een derde Ruil
verkavelingswet in de openbare vergadering van de Tweede Kamer
verdedigt, spreekt hij als zijn verwachting uit dat over tien jaar of
eerder een nieuwe wet nodig zal zijn 1). Zes jaar later schrijft de
huidige bewindsman van Landbouw en Visserij ,,dat in het licht van
de snelle ontwikkeling op dit gebied een herziening van de Ruilver-
kavelingswet op den duur niet zal kunnen uitblijven" 2).
Deze uitspraken die men gemakkelijk met talloze andere van
gezaghebbende personen kan vermeerderen, wettigen zonder twijfel
een onderzoek als thans wordt verlangd. De vraag is slechts waar de
grenzen moeten worden getrokken. In overleg met mijn mede-
preadviseur en het bestuur van onze vereniging is de keuze gevallen
op een drietal algemene vraagstukken: de verhouding van de ruil
verkaveling tot de ruimtelijke ordening, de rechtsbescherming en
het behoud van de door ruilverkaveling verkregen rechtstoestand.
Deze onderwerpen staan het meest in de belangstelling, lenen zich
het best voor debat en zullen het eerst de wetgevende machine in
beweging zetten. Aan de details van de Ruilverkavelingswet, hoe
belangrijk deze ook vaak zijn, gaat dit preadvies dan ook voorbij.
Mocht de wet veranderd worden en ik hoop aan te tonen dat dit
op verschillende punten nodig is dan komen deze details toch wel
aan bod. Dan kan bovendien aandacht worden besteed aan de wet
gevingstechniek. Ter wille van de overzichtelijkheid en leesbaarheid
zal de vierde ruilverkavelingswet geheel nieuw moeten worden
opgezet. De sporen van de verbouwing zijn aan de wet van 1954 a'
te duidelijk te merken.
Aan dit preadvies zijn in bijlagen overzichten toegevoegd betref
fende de praktijk van de rechtsbescherming. Ik dank deze en andere
feitelijke gegevens aan de Cultuurtechnische dienst en betuig
daarvoor gaarne mijn erkentelijkheid.
hoogleraar aan de Landbouwhogeschool, secretaris-penningmeester van de
Vereniging voor Agrarisch recht, Wageningen:
Preadvies voor de Algemene vergadering van de Vereniging voor Agrarisch
recht, te houden op 24 maart 1961 te Utrecht.
1) Hand. Tweede Kamer, deel III, Zitting I953"I954. P- 3976-
2) Zitting 1960-1961-6x00, Rijksbegroting voor het dienstjaar 1961,
memorie van antwoord, nr. 11, p. 18.