5° Litteratuuroverzicht Prof. Dr.-Ing. A. Buchholtz, Photogrammetrie. 2. neube- arbeitete und erweiterte Auflage, 520 blz., 254 afb., 16,7 X 24,0 cm, V.E.B. Verlag für Bauwesen, Berlin, i960. Prijs DM 56. Genoemde tweede druk wijkt sterk af van de in 1954 onder de zelfde titel verschenen eerste druk. Uitbreiding van het aantal bladzijden met 200 stuks, een mooier, prettiger leesbaar lettertype, een stevige kunstlederen band, dit zijn slechts de uiterlijke ken tekenen van de vernieuwing en herziening. Bezien we het boek hoofdstuksgewijs, dan blijkt aan hoofdstuk A, „Das Messbild und seine Erzeugung", een beschrijving te zijn toe gevoegd van de Reduktor van Zeiss-Aerotopograph, van het Umbildgerat U 3 en het Vergrösserungsgerat VG 1 van Wild en van de Zeiss-Aerotop-sluiter. In hoofdstuk B, „Stereoskopisches Sehen und Messen", zijn geen veranderingen van betekenis aangebracht. In hoofdstuk C, „Terrestrische Photogrammetrie", is nu ook aandacht besteed aan de stereocomparatoren van Wild, Nistri en Zeiss-Aerotopograph, hoewel bespreking van deze instrumenten in dit hoofdstuk een beperkte toepassingsmogelijkheid kan suggereren. Hoofdstuk C bevat nu ook een bespreking van de Stereo-autograph van Drobyschew. Hoofdstuk D, „Aerophotogrammetrie. Die Aufnahme der Mess- bilder", heeft een heel ander aanzicht gekregen. Verschillende nieuwe typen camera's worden besproken of alleen maar genoemd. Daaronder een serie Russische, maar evengoed een paar Amrikaanse camera's. De paragraaf over de statoscopen is wat gecompleteerd. De navigatiesystemen Shoran, Hiran, Gee en Decca worden uit voeriger behandeld, terwijl de litteratuurverwijzing wat dit onder deel aangaat ook is aangevuld. Hoofdstuk E, „Auswertung durch Entzerrung", behandelt nu ook de facettenmethode en instrumenten die daarbij kunnen worden gebruikt. Hoofdstuk F, „Raumliche Auswertung", heeft een belangrijke wijziging en uitbreiding ondergaan. Legio is het aantal instrumenten dat voor het eerst een plaats in Buchholtz' boek hebben gekregen. Beter kan misschien worden gesteld, dat er slechts weinig beelden- paarinstrumenten niet zijn genoemd. Van de drie hoofdtypen van instrumenten wordt bovendien steeds een algemeen overzicht gegeven. Vele oude afbeeldingen zijn vernieuwd en tevens verbeterd. In de paragrafen over stereometerinstrumenten worden de stereometers van Drobyschew uitvoeriger besproken dan voorheen, terwijl o.m. de cartografische-stereomicrometer-M 1 van Santoni nu ook wordt behandeld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 52