52
samenhangt: soorten opnamen, camera's, vliegplanning, hulp
apparaten zoals horizoncamera, statoscoop e.d.
In de tweede paragraaf van dit hoofdstuk houdt de schrijver
zich bezig met de ontschranking, waarbij de optische ontschranking,
na een korte bespreking van grafische methoden, de meeste ruimte
opeist. Als voorbeeld van een instrument wordt de SEG V in het
kort beschreven.
Hierna komt de beeldenpaarfotogrammetrie aan bod; na be
handeling van een optisch-mechanische methode van relatieve
oriëntering, zowel voor verticaal- als voor convergentopnamen, en
van de absolute oriëntering wordt dit deel afgesloten met iets over
modelverbuigingen
De instrumenten worden op de bekende wijze onderverdeeld;
van elk type wordt één vertegenwoordiger behandeld, van ver
schillende andere wordt alleen de naam genoemd.
Daarna worden nog behandeld paspuntsbepaling en lucht-
triangulatie met enkele vereffeningsmethoden, toepassingen en
analytische fotogrammetrie. In het laatstgenoemde gedeelte wordt
de methode Schut vrij uitvoerig (zelfs met getallenvoorbeeld)
uiteengezet.
Al met al dus een respectabel geheel, bovendien voor een prijs die
belangrijk lager ligt dan die van de meeste boeken over fotogram
metrie.
Ondanks de goede indruk die dit boekje in het algemeen maakt,
zijn er natuurlijk wel enkele aanmerkingen te maken; enkele
daarvan zijn helaas min of meer inherent aan het kleine formaat:
de figuren zijn tamelijk klein, zodat sommige, zoals bijv. fig. 70
(schema van de RC 7 camera), moeilijk leesbaar zijn. Ook zijn
enkele onderwerpen met zo weinig woorden afgedaan, dat het de
vraag is of de lezer daar nu veel wijzer van wordt.
Ir. P. A. Roos