72 betekenis voor ons onderwerp van de Wederopbouwwet en van de Wet in zake het nationale plan en streekplannen. De Wederopbouwwet is zoals de titel aangeeft bedoeld om een wettelijke basis te geven aan de bevoegdheden, die nodig waren voor de wederopbouw van hetgeen in de oorlog verwoest was. In de jaren tussen 1945 en 1950 bestonden deze bevoegdheden ook, maar toen berustten zij op gehandhaafde bezettingsdecreten en op wetsbesluiten uit de oorlogsperiode. De Wederopbouwwet bracht een hoognodige legalisatie van deze bevoegdheden, waarbij tegelijk een aanpassing bij het normale Nederlandse wetgevingspatroon tot stand werd gebracht. Een aantal nogal verschillende en weinig samenhangende onderwerpen wordt in deze Wederopbouwwet geregeld. Men vindt er in de eerste plaats een paragraaf over de weder- opbouwplannen, die dus een regeling bevat over een thans vrijwel afgesloten hoofdstuk van onze planologische geschiedenis. Op grond van deze paragraaf en van de daaraan voorafgaande regelingen zijn enkele honderden wederopbouwplannen tot stand gekomen (het laatste officiële cijfer is 525)- Die plannen zijn ook voor verreweg het grootste gedeelte tot uitvoering gebracht. Na 1953 heeft deze regeling ook nog goede diensten bewezen om een bescheiden aantal stedebouwkundige plannen in verband met de watersnood mogelijk te maken. Voor de praktijk van de huidige ruimtelijke ordening kunnen wij deze paragraaf echter verder buiten behandeling laten. Iets anders ligt het bij de tweede paragraaf van de Wederopbouw wet, die de onteigening tot onderwerp heeft. Onteigening staat strikt genomen geheel los van de ruimtelijke ordening, die zich slechts met bestemmingen bezig houdt. Een jarenlange ervaring heeft echter geleerd, dat een goede onteigeningsregeling een nood zakelijk complement vormt van een goede bestemmingsregeling. Een vergelijking van de Nederlandse toestanden met de verhou dingen in onze nabuurlanden kan deze ervaring alleen maar be vestigen. Onder een goede onteigeningsregeling moet dan verstaan worden een regeling, waarbij enerzijds de rechtszekerheid en de economische positie van de eigenaar uitstekend gewaarborgd zijn, maar waarbij aan de andere kant voor de overheid de mogelijkheid bestaat om voor een redelijke prijs en op tamelijk korte termijn de beschikking te krijgen over het onroerende goed, zowel bebouwd als onbebouwd, dat nodig is om goedgekeurde bestemmingsplannen ook werkelijk te realiseren. De onteigeningsparagraaf van de Wederopbouwwet heeft in dit opzicht belangrijke diensten bewezen, omdat daarin onder bepaalde voorwaarden een extra spoedige in bezitneming van de te onteigenen grond wordt mogelijk gemaakt: een inbezitneming namelijk niet nadat de dagvaarding voor de rechtbank heeft plaats gevonden, maar reeds éérder, nl. op het tijdstip, dat de onteigening door de Kroon is goedgekeurd en de plaatsopneming een feit is geworden. Van deze bespoediging kon en kan nu nog gebruik worden gemaakt niet alleen bij de uit-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 10