8g worden, om tot een sluitende exploitatie te komen. De waarde van de ruwe grond wordt bij deze methode dus eveneens gesteld op het marginale verschil tussen twee grote bedragen, waarbij voor de bepaling van beide bedragen een aantal onzekere elementen ge ïntroduceerd moet worden. Hierdoor wordt het dus uiteraard moeilijk om op deze wijze een min of meer exacte waarde voor de ruwe grond te berekenen. Deze werkwijze, waarvan aanvankelijk vrij hoge verwachtingen gekoesterd werden, wordt daarom door de gemeenten en door de deskundigen slechts in beperkte mate toegepast. Hoewel de theorie voor de waardebepaling van de grond dus wel duidelijk was, had men daar voor de praktijk betrekkelijk weinig aan. Voor de oorlog kon men voor ruwe bouwgrond spreken van een prijspeil, dat op de vrije markt bepaald werd. De bouwexploitanten kochten de grond om deze op een voor hen gunstig moment in exploitatie te brengen. Vaak werden daarbij flinke winsten be haald, maar soms ook gevoelige verliezen geleden. Hieruit blijkt, dat ook voor de oorlog de werkelijke waarde van ruwe bouwgrond moeilijk exact bepaald kon worden. Na de oorlog hebben vele gemeenten en zeker de grote, een mo nopolie-positie ten aanzien van de bouwgrond verkregen, zodat van een vrije marktwaarde niet meer gesproken kan worden. De gemeenten verkeren in het algemeen echter in tijdnood, zodat zij niet, zoals de bouwexploitanten voor de oorlog, vrij zijn in het bepalen van het tijdstip, waarop de grond in exploitatie gebracht wordt. Door het ontbreken van de mogelijkheid om de ruwe grondwaarde op objectieve en vooral op exacte wijze te berekenen, is men daar voor in feite aangewezen op het min of meer intuïtieve inzicht van de rechtbankdeskundigen. Deze maken daarbij gebruik van ver gelijkingsobjecten en houden o.a. rekening met de ligging, het tijdstip, waarop de betrokken grond „aan snee zal komen, de pachtsituatie, de kwaliteit van de ondergrond, de werken die nodig zijn om de grond te ontsluiten en met de incidentele factoren, die door de gemeenten en de raadslieden van de te onteigenen partij in het geding worden gebracht. Het zal U duidelijk zijn, dat daar bij vaak verschil van inzicht en appreciatie kan ontstaan. In de loop van de jaren worden steeds meer facetten door partijen in het geding gebracht, zodat deze materie voortdurend ingewikkelder wordt en de onderhandelingen vaak moeizaam verlopen. Het is daardoor van groot belang voor de gemeenten geworden, dat de onderhandelingen van gemeentewege gevoerd kunnen worden door ambtenaren, die aan hoge eisen, zowel op juridisch als op technisch gebied voldoen. Hiermede zou ik van de waardebepaling bij de aankoop van grond willen afstappen en zou ik over willen gaan tot de exploitatie berekening bij uitbreidingsplannen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 27