g6
de betrekkelijke afdeling in de eerste plaats weten waar zij aan toe is,
wat de voor de grond te vragen prijzen betreft. Dit geldt in het bij
zonder voor de grotere gemeenten, waar veel grond uitgegeven
moet worden. Ter illustratie van de omvang die de gronduitgifte
door gemeenten kan bereiken, kan ik U in dit verband mededelen,
dat in Rotterdam in 1959 door de Dienst van Stadsontwikkeling en
W ederopbouw ruim 190 voorstellen voor overdracht van grond,
voor een totaal-bedrag van ca 22 000 000.— aan het College van
Burgemeester en Wethouders zijn gedaan, terwijl deze cijfers voor
i960 nog aanmerkelijk hoger zijn geraamd.
Is eenmaal een definitieve prijs door de daarvoor aangewezen
ambtenaar genoemd, dan moet de gegadigde ook weten, dat daar
geen verandering meer in komt, althans niet binnen de termijn
welke voor de geldigheid van de prijs is gesteld. Bovendien is het
gewenst om een systeem van prijsbepaling te hebben, waarbij het
aanbieden van steekpenningen aan een bepaalde ambtenaar geen
effect van enige betekenis kan sorteren.
In de praktijk heeft zich uit de hiervoor genoemde overwegingen
in Rotterdam de volgende werkwijze ontwikkeld.
Voor alle gebieden, waar grond uitgegeven kan worden en waar
voor zulks maar enigszins mogelijk is, worden op de hiervoor om
schreven wijze exploitatieberekeningen opgesteld, die ter goed
keuring aan B. en W. worden aangeboden. Het betreft hier dus zo
objectief mogelijk bepaalde kostprijzen van de bouwgrond. De na
dere differentiatie van de in de exploitatieberekening vastgelegde
eenheidsprijzen, is gedelegeerd aan de afdelingschef, die daarvoor
het advies vraagt van zijn prijzendeskundige. Deze laatste voert
geen onderhandelingen omtrent grond verkopen. De nader gediffe
rentieerde prijzen worden doorgegeven aan de ambtenaren, die de
onderhandelingen voeren.
Voor het gebied van de verwoeste binnenstad kon deze werkwijze
niet gevolgd worden, o.a. omdat hier geen sprake is van verkoop
van de grond tegen kostprijs. Voor dit gebied is een adviescommissie
ingesteld, bestaande uit een aantal deskundigen, de zgn. ,,Grond-
prijzencommissie". De chef van de afdeling Gronduitgifte van de
Dienst van Stadsontwikkeling is q.q. secretaris van de Grond-
prij zencommissie en brengt daarin gemotiveerde voorstellen voor de
prijsvaststelling van de in de binnenstad uit te geven percelen.
De behoefte, die zowel de Commissie als de Dienst gevoelde aan
een zo objectief mogelijke bepaling van de grondprijzen en de wens
om deze onderling vergelijkbaar te maken, heeft in de loop der jaren
geleid tot de ontwikkeling van de zgn. Methode van de prijs-
analyse". Daarbij wordt aan de grond een waarde toegekend voor
elke bouwlaag, die daarop gebouwd mag worden. De totale grond
prijs wordt dan gevormd door de som van de prijzen voor de bouw
lagen. Daardoor wordt het mogelijk om bij de bepaling van de
grondprijs op eenvoudige wijze rekening te houden met de bestem
ming van de verschillende bouwlagen en met de hoogte van het