97
gebouw, dat op het desbetreffende stuk grond mag worden gebouwd.
Wanneer op de begane grond winkels gebouwd mogen worden,
kan men de grondprijs hiervoor bepalen aan de hand van reeds
vastgestelde prijzen voor dergelijke winkels in een qua stand ver
gelijkbare straat. De boven de winkels gelegen etagewoningen kan
men met andere etagewoningen vergelijken. Het is duidelijk, dat
behalve de ter plaatse toegelaten hoogte, ook de voorgeschreven
bestemming van de bouwlagen van grote invloed op de grondprijs
kan zijn. In een drukke winkelstraat zal de grondprijs voor bijv.
5 lagen woningen boven de winkels niet bijzonder hoog zijn. Indien
hier echter 5 lagen kantoren op goede stand boven de winkels
gebouwd mogen worden, zou dit een aanmerkelijk hogere grond
prijs opleveren.
Met de twee hiervoor omschreven werkwijzen voor de prijs
bepaling van de grond respectievelijk in de uitbreidingsplannen en
in de binnenstad kunnen uiteraard verreweg de meeste verkoop-
voorstellen afgehandeld worden. Voor de incidentele gevallen,
waar dit niet voor geldt, worden zo tijdig mogelijk afzonderlijke
prijsvoorstellen aan B. en W. gedaan.
Vermeldenswaard is in dit verband wellicht nog, dat B. en W.
aanvaard hebben, dat de door de dienst opgegeven prijzen een
geldigheidsduur van één jaar na de datum van de reservering van
het terrein hebben. Dit wordt als de termijn beschouwd, waarbinnen
men in normale gevallen met de uitvoering van de bouw kan be
ginnen. Om speculatie te voorkomen wordt de grond nl. pas over
gedragen, nadat met de bouw is aangevangen, waarbij de datum
van aanvang bouw bepalend is voor de grondprijs, die men betalen
moet.
Ter afsluiting van mijn beschouwingen over de gronduitgifte
zou ik nog Uw aandacht willen vragen voor de merkwaardige om
standigheid, dat de prijs van de bouwgrond voor een etagewoning
na de oorlog, althans in Rotterdam, relatief minder gestegen is,
dan de bouwkosten voor de woning zelf. De kostprijs van de bouw
grond in de nieuwe uitbreidingsplannen bestaat voor circa 90% uit
ontsluitingskosten, waarvoor de kostenstijging na de oorlog niet
sterk afwijkt van de stijging van de bouwkosten in het algemeen,
terwijl de na-oorlogse uitbreidingsplannen veel ruimer van opzet
zijn dan de vooroorlogse. Het zou dus voor de hand liggen om te
verwachten, dat de grondprijs voor een etagewoning van een be
paalde breedte na de oorlog relatief meer gestegen zou zijn, dan de
bouwkosten van die woning. Het omgekeerde is echter het geval.
In de periode 1938/1939, toen het prijsniveau nog min of meer
stabiel was en de dreigende oorlog nog geen invloed van betekenis
op de prijzen uitoefende, maakte in Rotterdam het aandeel van de
grondkosten voor een arbeiderswoning in etagebouw ongeveer
2 5 a 3°% van de totale stichtingskosten uit. De verhouding van de
grondkosten tot de bouwkosten was toen voor deze bouw dus on
geveer 1 op 2| a 3.