zij niet, want zij oefende als eigenaresse geen bedrijf (tandarts praktijk) in het pand uit, maar haar man deed dit, die geen eigenaar van het pand was. Wanneer zij nu maar in gemeenschap van goe deren getrouwd waren geweest, dan was het mogelijk geweest een vergoeding wegens bedrijfsschade toe te kennen. Nu was zulks niet doenlijk. U zult wellicht vragen: waarom deed deze man zijn pand over aan zijn vrouwToen ik hem dit vroeg was zijn antwoord: Omdat ik zoveel van mijn vrouw houd". Naar ik verwacht zullen ook wel fiscale overwegingen een rol bij deze zaak hebben gespeeld. Het komt dikwijls voor dat ik juridische constructies aantref, die veelal uit fiscale overwegingen tot stand zijn gekomen, maar die onteigeningstechnisch soms zeer nadelig voor betrokkenen uit komen. Van belang is het dan ook, dat men zich goed rekenschap geeft van de wijze hoe men het best kan handelen met zijn bedrijf, omdat zich in geval van onteigening menigmaal moeilijkheden gaan voordoen. Ik denk hierbij aan het overdoen van zijn bedrijf aan kinderen of aan derden; welke weg moet men dan in de juridisch beste zin volgen Ik kan U zeggen, dat ik in mijn praktijk als deskundige van de Rechter onbillijke beslissingen meemaak, omdat de toestand ju ridisch niet naar behoren is vastgelegd. De Rechter werkt niet gaarne mede aan onbilllijke beslissingen, al kunnen zij misschien juridisch nog zo juist zijn. Soms kunnen oplossingen worden ge vonden, waardoor de scherpe punten komen te vervallen en waar mede alle partijen vrede hebben. Vanzelfsprekend richten de des kundigen van de Rechter zich naar deze zienswijze. Het kan zijn, dat de onteigening schade veroorzaakt aan over blijvend bezit. Is dit inderdaad het geval, dan komt de betrokkenen hiervoor een schadevergoeding toe. Als ik dan nu mag afstappen van het algemeen wellicht zeer algemeen overzicht als inleiding op mijn voordracht, dan wil ik nu overgaan op het onderwerp „Schattingen". Voor het doen van schattingen heeft men ervaren deskundigen uit de streek nodig met betrekking tot het gebied dat onteigend moet worden; bij gebouwd onroerend goed heeft men taxateurs nodig, die goed thuis zijn met de huizenmarkt of met de gebouwen- markt in het algemeen. Veelal worden hierbij ingeschakeld make laars of architecten, speciaal afkomstig uit de streek waar de ont eigening plaats heeft. De waarde van gebouwd onroerend goed wordt meestal gevonden door uit te gaan van de bruto-huurwaarde, de netto-huurwaarde daaruit te berekenen en het resultaat te kapita liseren tegen een rentetype, dat op het betrokken tijdstip voor dit doel gebruikelijk is. Het kapitaliseren geschiedt ook wel naar de bruto-huurwaarde tegen een bij deze methode passend rentetype, dat veelal aan de praktijk wordt ontleend. Bij het beoordelen van dit rentetype speelt een rol de ouderdom van de opstal, de onder- houdstoestand, de gangbaarheid en het feit of het pand voor 102

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 40