io5
aldus luidt, maar ook economisch lijkt het mij niet aantrekkelijk
een weg of kanaal te moeten aanleggen. Een koper, die met het oog
hierop er economisch voordeel in ziet de grond te kopen, is dan ook
niet te vinden. Mogelijk is het wellicht een koper te vinden, die de
grond voor cultuurdoeleinden wil bezigen, doch dan behoeft de
kooptransactie de goedkeuring van de Grondkamer, die de grond
prijs aan de bekende landbouwkundige maatstaven toetst.
Het slot is, dat grondtransacties voor kanalen of wegen of andere
niet-commerciële doeleinden bestemd weliswaar vrij zijn van land
bouwkundige toetsing, indien zij dan ook inderdaad voor weg- of
kanaalaanleg enz. worden benut. Dit heeft tot gevolg, dat aan dit
soort „vrije" gronden in geval van onteigening slechts de cultuur
waarde kan worden toegekend, omdat geen koper denkbaar is, die
voor deze gronden méér dan de cultuurwaarde zal willen en mogen
uitleggen.
Gaarne wil ik thans met U een ogenblik stil blijven staan bij de
schatting van speculatieve gronden, over welke soort gronden ik zo
juist met U sprak. Door de vorige spreker is dit onderwerp reeds
aangeroerd. Ook ik stel er prijs op hierover met U van gedachten
te wisselen, omdat deze zaak staat in het brandpunt van de belang
stelling en eigenlijk een zo weinig bevredigend resultaat oplevert.
De heer Rutgers heeft voor U gesproken over de „Gemeentelijke
grondpolitiek"een samenvoeging van gemeentegrond en gemeente
politiek. Dit is natuurlijk maar een toevallig samengaan van woor
den, maar ik kan U de verzekering geven, dat de politiek een be
langrijk woordje meespreekt bij de waardevergoeding van specu
latieve of toekomstige bouwgrond. Het is dan ook voor iemand, die
dagelijks met speculatieve grondprijzen moet omgaan en beslis
singen moet nemen, een hele toer zich niet te laten beïnvloeden door
politieke stromingen. Welke stromingen zijn dit dan? Wel, een
stroming, die het grondbezit als belegging wellicht aanvaardbaar oor
deelt, maar niet het zgn. slapende rijk worden, d.w.z. het appreciëren
van de grond van cultuurland (gebruikswaarde) tot toekomstige
bouwgrondwaarde (speculatieve waarde).
Daartegenover een stroming, die grondbezit als belegging aan
vaardbaar acht en het slapende rijk worden niet veroordeelt, even
min als het stijgen van een aandelenmarkt, waartegenover een
dalende markt gesteld kan worden. Deze politieke overwegingen
zijn ongetwijfeld merkbaar. Ikzelf tracht mij aan deze politieke
gevoelens te onttrekken door mijn werk op volkomen zakelijke
wijze te verrichten.
U zult zich wellicht afvragen waarom treedt deze politiek niet
naar voren bij de onteigening van panden en wel bij die van specu
latieve grond. Het antwoord hierop is, dat voor panden een bepaalde
markt aanwezig is, waaraan met vrij grote zekerheid prijzen kunnen
worden ontleend, hetgeen niet het geval is bij speculatieve grond.
Voor deze grond bestaat geen markt, hij wordt in het vrije verkeer
niet verhandeld, omdat er geen of praktisch geen particuliere Louw-