no winst op de voorgrond, dit zal niet het geval zijn bij een grond bedrijf. Zo'n bedrijf heeft m.i. een sociaal doel, nl. het beschikbaar stellen van bouwterreinen, vooral voor minder bedeelden. Zo was het althans in de aanvang. Tegenwoordig geeft het Grondbedrijf zijn medewerking aan de realisering van de stedebouwkundige con ceptie. Het grondbedrijf is, evenals vele andere bedrijven in het gemeen telijk bestel, een bedrijf dat een eigen status heeft, zoals een eigen begroting, eigen middelen en eigen beheer. Uit de aard der zaak steeds verantwoording schuldig aan en aanwijzingen volgend van het gemeentebestuur. Nu we de hoofdtaak van het grondbedrijf kennen (kopen en verkopen van grond) willen we deze beide onderdelen eens wat nader bezien. De grondverkrijging kan op twee manieren geschieden: door aankoop of door onteigening. Schenking zou ook kunnen, maar een dergelijk gebaar van burgerzin zal wel zelden of nooit voorkomen. Een verstandig gemeentebestuur zal trachten vroegtijdig in het bezit van de gronden te komen, dus lang voordat de eigenlijke grondexploitatie een aanvang neemt. Men is dan nog niet in een dwangpositie en de waarde van de grond is nog niet of in geringe mate verhoogd door de verwachtingswaarde. Uiteraard koopt men niet in het wilde weg; aankoop betreft slechts gronden die geen agrarische bestemming zullen behouden. Dit veronderstelt een uitbreidingsplan in hoofdzaken. Voor deze aankopen heeft men deskundigen nodig die de waarde van de grond kunnen bepalen, met al de eigenaardigheden, die aan zo'n waardebepaling vastzitten, zoals bijv. pachtersvergoedingen, waarde van opstallen, vermogens- en inkomenschade. Bij de aankoop behoort ongetwijfeld de akte van overdracht, die weliswaar voor de notaris wordt verleden, maar waarvanhet concept veelal eerst door of vanwege het grondbedrijf wordt gecontroleerd. Is verkrijging langs minnelijke weg niet mogelijk, dan zal om een verantwoorde stadsuitbreiding te realiseren, ge bruik moeten worden gemaakt van het recht van onteigening. De Woningwet en de Wederopbouwwet bevatten daartoe artikelen, waarin een onteigening haar rechtsgrond vindt. Voor een ont eigening krachtens de Woningwet is nodig de aanwezigheid van een goedgekeurd uitbreidingsplan (in hoofdzaak of in onderdelen), voor die krachtens de Wederopbouwwet een bouwplan (van woningen). Voor het Grondbedrijf betekent dit het gereedmaken van de ont eigeningsstukken (grondplan, lijst van eigenaren volgens de kadas trale registers, een onderzoek naar de bezwaardheid van de percelen) Eer het echter zo ver is, zijn er onderhandelingen gevoeid met de eigenaren en schattingsrapporten opgesteld. Is het K.B. tot onteigening verkregen, dan bemoeit het grondbedrijf zich met het geven van inlichtingen aan de Rechtbankdeskundigen en aan de raadsman der gemeente bij het onteigeningsgeding. Betrekkelijk weinig zaken komen tot een proces, veelal wordt nog

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 48