ii7 zaterdagavond een carnavalsfeest, hetgeen voor ons de gelegenheid was om wat met de volksaard vertrouwd te raken. Vooral de „witkuiven" onder ons werden door de Italiaanse schonen met plastic knuppels heftig bejegend; met Nederlandse koelbloedigheid werd echter iedere aanval gepareerd. Zondagmorgen was er gelegenheid tot kerkgang, hetgeen velen verbonden met een bezoek aan de prachtige dom. Daarna wandelden wij over het domplein via de passage naar de Pinacoteca Brera. Na de lunch ging de tocht eerst naar het kasteel, met zijn museum, in het centrum van de stad en daarna naar het grote watersportcentrum ,,Ydroscala" buiten Milaan. Enkelen vonden de gelegenheid om 's middags Madame Butterfly" te aanschouwen in de beroemde Scala. Op de T.H. werden wij 's maandags ontvangen door de Rector Magnificus en Prof. Solaini. Na een kort welkomstwoord volgde een bezoek aan de afdeling „Fysische Techniek" en aan de kernreactor. Na de lunch waren wij te gast bij Prof. Solaini en bezochten wij de fotogrammetrische en gravimetrische afdelingen. Ondanks of misschien dank zij het ontbreken van een opleiding voor geodetische studenten, werden er uitgebreide onderzoe kingen gedaan in de laboratoria van deze afdelingen. De volgende morgen vertrokken wij reeds om 6 uur per touring-car naar Campodolcina, een klein dorpje 130 km ten noorden van Milaan. Van hieruit bracht een kabelbaan ons gezelschap groepsgewijze in 3 1/2 uur naar de 14 km verder gelegen stuwdam. De een uur durende tocht over het besneeuwde berglandschap was onvergetelijk; het fraaie weer droeg hier veel aan bij. De aan het project verbonden geodetische ingenieur Morazio gaf een beschouwing over het landmeetkundig werk en zorgde door een rondleiding in en over de dam voor een van de mooiste dagen van de excursie. Woensdag werd de Italiaanse Touring Club met een bezoek vereerd. Na enig inzicht gekregen te hebben in de Italiaanse moeilijkheden met het opleiden van tekenaars, kwamen wij tijdens onze rondgang terecht in de afdeling waar de wereldatlas vervaardigd wordt. Het markante uiterlijk van de afdelingschef harmonieerde uitstekend met het indrukwekkende archief waarin alle topografische gegevens verwerkt worden. Het is opvallend dat bij deze Touring Club zeer veel en uitstekend werk wordt geleverd ten aanzien van het vervaardigen en reproduceren van topografische kaarten. 's Middags stapten wij in de „Direttissimo" welke ons door het prachtige Apennijnenland en zeer lange tunnels naar Florence bracht. Op uitnodiging van de Directie van „El Galileo" zouden wij de laatste twee dagen in deze cultuurstad kunnen doorbrengen. Na het diner trok iedereen de stad in, geen gelegenheid onbenut latend dit centrum van kunst van nabij te leren kennen. Donderdag volgde het bezoek aan Officino El Galileo. Na eerst enkele topografische instrumenten gezien te hebben, zorgde de bekende construc teur van fotogrammetrische instrumenten, Dr. Santoni, dat wij vertrouwd raakten met de nieuwste vondsten op constructiegebied. Als Dr. Santoni uitleg geeft bij zijn levenswerk, kan men zich moeilijk aan de indruk ont trekken dat constructieverbeteringen dag en nacht zijn aandacht hebben. Na een goed verzorgde lunch in de omgeving van Florence, waar tevens van een mooi uitzicht op de Apennijnen genoten werd, kregen onze gast heren, Dr. Martinez en Dr. Santoni, vaderlandse liederen te horen. De chianti zorgde er wel voor dat het repertoire zowel het „Snelliuslied" als „Twee emmertjes water halen..." omvatte. In de namiddag volgde een uitstapje naar het zomerverblijf van de Strozzi's, waar nu een onderafdeling van „El Galileo" gehuisvest is, nl. „Eira". Dit is een instituut waar men zich in hoofdzaak met het uitwerken van luchtfoto's bezig houdt. Om reeds vermelde redenen heeft „El Galileo" zich ook toegelegd op de vervaardiging van elektronische apparatuur en textiel. Deze afdelingen vormen samen tweederde van het totale bedrijf, doch vielen buiten ons programma. Na het bezoek aan „Eira" namen wij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 55