132 constructie van de vectoren berekent men met (8) en (9) in P en Q de waarden Mn en Mm. Uit 4 punten en 4 raaklijnen kan men tenslotte op de wijze zoals in tig. 3 is aangegeven de standaard ellipsen schetsen. Als de twee ellipsen aan de te stellen eisen voldoen, zijn, nadat men de metingen in P en Q heeft uitgevoerd, de definitieve coördi naten van deze punten op eenvoudige wijze te bepalen door con structie van slechts één vector voor elk punt. In fig. 6 stelt P' voor Q' geldt eenzelfde beschouwing het punt voor waarvan men uit de waarnemingen benaderde coördinaten heeft uitgerekend. De standaardellips, reeds bekend uit de verkenning, is er omheen getekend. Uit de waarnemingen berekent men de gereduceerde waarden en uit deze en de bedragen [ad], [dd], enz. de grootheden [af. 2] en 2] uit (6). Deze berekening wordt zeer vergemakkelijkt doordat men, met uitzondering van [af] en \bf], alle bedragen reeds uit de verkenning kent. [af.2] en [bf.2] worden, als althans bij de verkenning ook de lijn P'Q' als Ij-as is gebruikt, uitgezet op de wijze zoals in fig. 6 is aangegeven. Evenals in fig. 3 de vector in P', de waarde fx2 en de plaats van P de vorm en de grootte van de stan daardellips bepaalden, bepalen in fig. 6 de vector en de standaard ellips de plaats van het definitieve punt P. P ligt nl. op de ver bindingslijn van de punten T en S waar de loodlijnen op de vector de standaardellips raken. TS gaat dit is een controle op de nauwkeurigheid van de constructie door P' Daar volgens (8) (MX cm)2 r^-~ [aa2] en volgens (9) ff p cm [aa. 2] -^-(p'pfcm kan men, als althans de standaardellips is getekend op de schaal 1:1, de plaats van P op TP'S berekenen uit de betrekking m,n, a pcm cï pcm {Mi cm)2 [Ir Jr) cm p=9 <y [aa .2] [i* g Zoals bekend wordt de richting waarin de berekende afstand P'P moet worden uitgezet bepaald door de richting van de vector in P'\ de vector wijst naar de kant waar P ligt. Men ziet dit reeds uit (9)als de positieve waarde [aa2] wordt bepaald uit het quo tiënt van de lijnstukken P'R en P'P, dan moeten deze lijnstukken gelijk gericht zijn. Men controleert de juistheid van de definitieve punten P en Q door in deze punten de waarden uit te rekenen en uit deze en de bedragen de waarden v. avt/m [dv] moeten nul zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 14