137 dan niet uitvoering van de ontworpen ruilverkaveling te beslissen 1). Op de algemene vergadering wordt over het voorstel afzonderlijk gestemd door de eigenaars en vruchtgebruikers en door de gebrui kers. Het voorstel tot ruilverkaveling is slechts aanvaard mdien het in elk van beide groepen wordt bijgetreden door een meerder heid, voor zover degenen die het voorstel bijtreden meer dan de helft van de kadastrale oppervlakte van de te verkavelen gronden bezitten of in gebruik hebben. Er moet dus een viervoudige meer derheid worden bekomen. - Is de uitslag van de stemming gunstig, dan wordt bij Koninklijk besluit een Comité ingesteld, belast met de uitvoering van de ruil verkaveling. Dit Comité bestaat uit 2 eigenaars en 2 gebruikers, aangewezen op de algemene vergadering, uit 3 ambtenaren aan gewezen door de Koning waarvan 2 op voordracht van de Minister van Landbouw en 1 op voordracht van de Minister van Financiën en 1 secretaris aangewezen door de Nationale Maat schappij voor de Kleine Landeigendom. Het Comité heeft rechts persoonlijkheid; de voorzitter en de secretaris voeren zijn beslis singen uit en vertegenwoordigen het Comité in rechte. Het verder verloop der verrichtingen is gelijkaardig aan de Nederlandse procedure: vaststellen van de inbreng gevolgd door een onderzoek; toedeling van de nieuwe kavels eveneens gevolgd door een onderzoek en tot slot opstellen van de ruilverkavelings akte. Als technische verrichtingen zijn er natuurlijk de opmetingen, de classificatie van de gronden, de uitvoering der werken, het be rekenen van de kostenomslag enz. De Nederlandse Ruilverkavelingswet van 1938 heeft bi] de tot standbrenging van deze regeling tot voorbeeld gestrekt; er zijn echter ook belangrijke verschillen, o.a. inzake de organisatie^). In België wordt naast het Ministerie van Landbouw gebruik gemaakt van een tijdens de totstandkoming van de wet reeds met andere taken belaste instelling, namelijk de Nationale Maat schappij voor de Kleine Landeigendom (N.M.K.L.). De N.M.K.L. is een maatschappij op aandelen die ter uitvoering van twee wetten werd opgericht bij Koninklijk besluit van 27 februari 1935. Zij is een parastatale instelling, geconstitueerd in de vorm van een samenwerking tussen openbare besturen; de Staat en de 9 provincies zijn de enige aandeelhouders. De Maatschappij wordt beheerd door een Raad van Beheer, be staande uit een voorzitter en 10 leden, door de Koning benoemd voor een termijn van zes jaar. Een eveneens door de Koning be- Ingevolge artikel 2 is „eigenaar", hij die eigenaar is of blote eigenaar, en is „gebruiker", hij die als eigenaar of vruchtgebruiker of met hun toe stemming een kavel in gebruik heeft die behoort tot het geheel van de te verkavelen gronden. 2) Cf. A. Schütz: De ruilverkaveling in België en de rol van de iNationaie Maatschappij voor de Kleine Landeigendom; „Landbouwvoorlichting juni i960, 266.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 19