147 wet samengesteld op basis van de gegevens verstrekt door de eigenaars, vruchtgebruikers of verpachters. De wet voorziet wel dat de eigenaars verplicht zijn mededeling te doen van naam en adres van de gebruikers en van de door ieder van hen in bedrijf genomen oppervlakte, totale oppervlakte, en verder dat zij alle inlichtingen dienaangaande moeten verstrekken. Meestal is dit niet zo gemakkelijk, want veel van de verstrekte gegevens zijn niet geheel nauwkeurig. Verder wordt niet altijd de medewerking bekomen voor het geven van deze inlichtingen. Nu schrijft de wet wel voor dat de eigenaars die nalaten de gevraagde inlichtingen te verstrekken de kosten moeten dragen van de uit hun nalatigheid voortgesproten opzoekingen. Dit artikel toepassen zou echter een slechte politiek zijn aangezien op die wijze veel eigenaars automatisch tegen de ruilverkaveling zouden stemmen; praktisch komt het er dus op neer dat deze opzoekingen door het personeel van de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom moeten geschieden. Ook de opstelling van het schema der uit te voeren werken en de raming van de uitgaven verdienen enige toelichting. De be doeling van de wetgever is geweest dat in het dossier van onderzoek de gegevens zouden worden bijeengebracht die enerzijds aan de Minister van Landbouw een idee zouden kunnen geven van de budgettaire weerslag van de uitvoering van een bepaald ruilver kavelingsobject en die anderzijds ook de belanghebbenden zouden inlichten vooraleer zij tot de doorvoering van de ruilverkaveling hebben te beslissen. Verder dan een schema een schets dus - mag deze studie evenwel niet gaan want de beslissing over de uit voering van de werken ligt bij het later in te stellen Comité en daarenboven bestaat steeds het risico dat de ruilverkaveling wordt afgestemd. Het onderzoek duurt dertig dagen, termijn gedurende dewelke alle belanghebbenden hun opwerpingen of aanmerkingen kunnen inbrengen bij de burgemeester of gemachtigde schepen, bijgestaan door een gemachtigde van de Minister van Landbouw. De raad pleging wordt door het College gesloten met een proces-verbaal dat de mondeling-gemaakte en ondertekende en/of de schriftelijke ingediende op- of tegenwerpingen vermeldt. Het vervullen van die pleegvormen wordt gestaafd door een getuigschrift van het college van burgemeester en schepenen. Na sluiting van de raadpleging beslist de Minister van Land bouw of er aanleiding toe bestaat een algemene vergadering van de eigenaars, vruchtgebruikers en gebruikers bijeen te roepen. Hij alleen is bevoegd om de resultaten van de raadpleging te inter preteren en zijn macht is hier dus discretionair. In bevestigend geval duidt de minister een gemachtigde aan, die ermede belast is in zijn naam de vergadering voor te zitten. Bij de bijeenroeping zijn nogmaals de voorwaarden inzake publiciteit na te leven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 29