159
desbetreffende paspunten ingepast en in potlood overgetekend.
Het heuvelachtig gebied in Nederland werd m.b.v. stereoauto
grafen Wild A 6 en A 8 op schaal iio ooo gekaarteerd en na ver
kleining in het basistekenstuk getekend.
Van twee van deze potloodtekeningen werd op glas een gecom
bineerde verkleining op schaal i25 000 gemaakt, die in blauwe
tint op astralon gekopieerd werd. Dit blauwe beeld diende als
gids voor het tekenen in inkt van de zwarte lijnen van de kaart.
Zonder verder in te gaan op de details van deze methode kunt
U zich voorstellen dat op soortgelijke wijze de inkttekenstukken
voor de blauwe, de rode en bruine figuratie van de kaart ont
stonden. De werking van het astralon waarover ik U zo juist sprak
moest men voor lief nemen. Voor de verschillende vlaktinten van
de kaart, bijv. geel voor zand en groen voor bos, werden eveneens
astralonfoliën gebruikt, waarop een soortgelijke blauwe gids was
aangebracht. Op deze blauwe gids werden de daarvoor in aanmer
king komende vlakjes volledig geïnkt. Op het astralon bijv. voor
de bostint werden eerst de contouren van de bospercelen over
getekend, waarna deze vlakjes geïnkt werden. Om lichtgroen met
donkergroen, eveneens zeeblauw met landblauw enz. in éen druk
gang te kunnen drukken werden m.b.v. rasters combinaties op
astralon gemaakt. Deze combinaties werden op zinkplaten vast
gelegd, om daarmee na lithografische correctie de kaart te kunnen
drukken.
Van deze kaarteringswijze wil ik nog enkele facetten nader be
schouwen
a. De nauwkeurigheid
Deze was onder de gegeven omstandigheden zo goed mogelijk,
doch het inpassen van elk glasdiapositief afzonderlijk bleef een zwak
punt. Bovendien liep men de kans dat ondanks alle voorzorgen
tijdens het tekenen het astralon iets verschoof. Een controle hierop
moest per plaat geschieden, hetgeen niet eenvoudig was.
Vervolgens was de verkleinde blauwe gids op schaal x: 25 000
niet altijd even duidelijk en scherp, omdat deze afkomstig was van
een potloodtekening. Dit leverde voor de tekenaar moeilijkheden
op, die aan de nauwkeurigheid van de kaart niet ten goede kwamen.
De getrianguleerde punten, zoals kerktorens enz., werden wel
met de coördinatograaf ingeprikt doch de cirkeltjes werden later
door de tekenaar getekend en de ingeprikte puntjes weggenomen.
Ook dit kwam de nauwkeurigheid niet ten goede.
b. De kwaliteit van het kaartbeeld
Ook al was de inkttekening in oorsprong goed, door de vele
chemigrafische handelingen in het kaarteringsproces brak de lijn
vaak en moest veel lithografische correctie worden uitgevoerd.
Bovendien verkreeg men van een gekopieerde lijn op dit grof-