i6o korrelige astralon nooit een volledige strakke lijn op de zinkplaat. De kwaliteit van het kaartbeeld wordt hier tevens door bepaald. Het is overduidelijk dat het al of niet goed passen der verschil lende astralons op elkaar eveneens bepalend is voor de kwaliteit van de kaart. c. De snelheid van het werk Dit is een zeer belangrijke factor. Er moet namelijk steeds ge tracht worden om zo spoedig mogelijk na de verkenning in het terrein de kaart in druk uit te geven vooral nu er zoveel verande ringen in het terrein, als gevolg van de grote bouwactiviteit, het aanleggen van wegen en de uitvoering van ruilverkavelingen, plaatsvinden Zonder een tijd te noemen in hoeveel maanden vroeger een kaart werd getekend, immers dit is afhankelijk van de hoeveelheid ter reinfiguratie, kan, vooruitlopend op de bespreking van de gravure, worden gemeld, dat dit aanmerkelijk sneller kan verlopen. d. De methode als zodanig Deze had als groot nadeel dat door de dikte van het astralon vaak zgn. tussenschakels nodig waren. Men moest van een recht getekend beeld eerst een spiegelbeeld kopiëren om weer een recht beeld te kunnen verkrijgen. Dit was o.a. noodzakelijk voor het maken van de zojuist genoemde combinaties. De gehele methode kenmerkte zich door het volledig positief karakter; alle fasen moesten namelijk in diapositief-vorm zijn, een gevolg van het chemigrafisch procédé. De methode had dan ook alle bezwaren daaraan verbonden, zoals gebroken lijnen, dus tijd rovende lithografische correctie, en lange arbeidstijden. Het tekenen op astralon was op zichzelf al geen sinecure, doch het vinden van de juiste inktsoort en het werken daarmee be moeilijkten nog extra de tekenarbeid. Bij ieder kaartblad kon men bovendien passingsmoeilijkheden verwachten; een krimp van het uiteindelijke combinatieastralon tot maximaal 2 mm kwam voor, hetgeen een fotografische ver groting weer noodzakelijk maakte. HOOFDSTUK 2 Het vooronderzoek Ik wil nu het vooronderzoek betreffende de nieuwe kaarterings- wijze bespreken en de resultaten die daaruit zijn verkregen. Het was reeds in de eerste jaren na de oorlog dat berichten binnen kwamen over het graveren in een laag, aangebracht op een of ander basismateriaal. Kort daarop volgden de eerste publikaties van firma's over dit onderwerp. Ook al moet men met dergelijke ge gevens wat voorzichtig zijn, toch vernam de Topografische dienst

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 42