i65 Alle Stabilenesoorten met bovengenoemde lagen tonen nagenoeg hetzelfde beeld, dat in fig. 3 is aangegeven. Peelcoat heeft zowel bij t'=io° C en t'=20° C een iets grotere uitwijking van respectievelijk 0,10 mm en 0,20 mm. De volgende conclusies kunnen hieruit worden getrokken: a. De vormveranderingen zijn groter dan bij gelatineoppervlak- ken, de sluitfouten zijn verwaarloosbaar klein. b. Deze lagen bewerkstelligen een versnelde werking in tegen stelling tot de gelatineoppervlakken. ad 4. De invloed van scribecoat en diazolaag op de vormver anderingen is in het geheel niet en die van peelcoat slechts in zeer geringe mate te bemerken. Dit is geconstateerd door deze lagen 2 overic/e oppervlakken cjela line Fi q3 Stabilene 571 T 0,07 *0,02 0,0 2 33° 25° t'= 10° C t'= 20° C 0,19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 47