eenvolgens verschillende temperatuur- en vochtwisselingen op. Als temperatuurwisselingen treden o.a. op het temperatuurs verschil tussen het ontwikkelbad en het spoelbad, daarna het drogen in de droogkast. De vochtigheidsverschillen zijn bij een dergelijke fotografische behandeling maximaal, immers van 65% relatieve vochtigheid in de kamer tot absolute vochtigheid in de verschillende baden. Het staat ook nog te bezien of de chemische baden, zoals het ontwikkelbad en het fixeerbad, vormveranderingen teweeg brengen. Deze argumenten zijn voor mij aanleiding geweest om van ieder materiaal na te gaan welke vormveranderingen dit ondergaat bij een of andere behandeling, hetzij een zuiver foto grafische, een lichtdruktechnische of een chemigrafische behande ling. Bij deze praktische proefnemingen is op de volgende wijze ge handeld. Op een bepaald materiaal staat een kaartbeeld, dat vooral op de coördinatograaf gemeten is. Dit beeld wordt vervolgens fotografisch c.q. chemigrafisch overgebracht op een ander materiaal. Het uitgangsmateriaal ondergaat door deze bewerking alleen de invloed van de belichting, dus eventueel van een geringe tempe- ratuursverhoging, al naar gelang de tijdsduur en de warmte-in- werking van de lichtbron. Daarentegen ondergaat het materiaal waarop het kaartbeeld wordt overgebracht alle invloeden van vocht en temperatuur ten gevolge van de fotografische c.q. chemigrafische behandeling. Het is dus duidelijk dat men niet kan zeggen dat de vormverandering van het kaartbeeld op Stabilene overgebracht op Cronaflex gelijk is aan de vormverandering van het beeld op Cronaflex overgebracht op Stabilene. Immers in het eerste geval ondergaat het Cronaflex alle invloeden van vocht en temperatuur, in het tweede geval het Stabilene. Dit voorbeeld is nog niet zo duidelijk omdat de werkingen van Stabilene en Cronaflex niet veel van elkaar verschillen. Duidelijker is het volgende voorbeeld. De vormverandering van het kaartbeeld op astralon overgebracht op Stabilene is niet gelijk aan de vormverandering van het beeld op Stabilene overgebracht op astralon. In het eerste geval zal het kaartbeeld op Stabilene veel beter op maat zijn dan in het tweede geval op astralon. In dit voorbeeld wordt dat namelijk niet alléén veroorzaakt door het feit dat Stabilene beter maatvast is, doch tevens doordat astralon een chemigrafische bewerking nodig heeft, teweten, het slingeren en drogen van een gevoelige laag, een lange belichtingstijd en een speciale ontwikke ling, in tegenstelling tot de fotografische behandeling van Stabilene. Zoals ik straks in enkele schema's zal aantonen komen, voordat de laatste fase voor het drukken is bereikt, diverse behandelingen achter elkaar voor. Ook al is de vormverandering van een bepaald materiaal bij één behandeling slechts gering, als verschillende be handelingen achter elkaar volgen, kan het voorkomen dat de totale verandering zeer storend is. 170

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 52