173 heb, veel betere passingsresultaten op, zodat het alleszins verant woord lijkt om aan deze methode de aluminiumdrukplaten als sluitstuk toe te voegen. De nieuwe werkmethode In gedachten zal ik U meenemen door het bedrijf om U het kaar- teringsproces te tonen vanaf de basistekening tot aan de kaart. Deze kaartering is dus die, welke is gebaseerd op de nieuwe carto grafische materialen annex het graveren en het „strippen" der vlak- tinten. Het enige voorbehoud dat ik vooraf wil maken is het vol gende. De Topografische dienst volgt deze methode nog zo kort, dat van enige routine niet kan worden gesproken. Er bestaat dus zeker nog de mogelijkheid, dat in de toekomst op een of ander punt een andere richting wordt ingeslagen. Zoals ik bij de bespreking van de oude methode reeds vermeldde, is de topografische kaart op de fotogrammetrie gebaseerd, voor het overgrote vlakke gedeelte van het land op de enkelbeeldfotogram- metrie, dus op de ontschranking, en voor het kleinere heuvelachtige deel op de beeldenpaarfotogrammetrie. Een kaartblad zal geheel of grotendeels bestaan uit ontschrankte foto's en voor een klein gedeelte uit een kaartering d.m.v. stereo autografen. Het is de taak van de landmeetkundige afdeling om van ieder kaartblad de basiskaartering op schaal i12 500 te leveren. Deze basiskaartering wordt gegraveerd. Daarvoor is een folie met graveerlaag nodig waarop een gids kan worden aangebracht. We gebruiken hiervoor Stabilene Scribecoat Y466, voorzien van een gele graveerlaag, waarop door middel van het lichtdrukprocédé een gids kan worden aangebracht. Hiervoor is een diapositief nodig, dat op de volgende wijze tot stand komt. Op een blanco vel Cronaflex worden met de coördinatograaf de paspunten van de te ontschranken luchtfoto's uitgezet. De ont- schrankingen worden uitgevoerd op maatvaste film (Cronar) en zeer nauwkeurig op de vier paspunten afgesneden en geplakt op de cor responderende punten van het blanco vel Cronaflex. Aldus ontstaat een gecontroleerd fotomozaïek op maatvaste film, dat aan de hoogste nauwkeurigheidseisen voldoet. Dit mozaïek, een diapositief dus, wordt vervolgens op Stabilene-Scribecoat Y466 overgebracht m.b.v. het bekende lichtdrukprocédé. Bestaat een deel van de kaart uit heuvelachtig terrein, dan wordt eerst het fotomozaïek van het vlakke terrein op Stabilene Y466 vastgelegd, waarna deze folie in de stereoautograaf wordt gelegd om het heuvelterrein in potlood op de graveerlaag te kaarteren. De gids op deze folie bestaat dan eensdeels uit een fotografische vastlegging van ontschrankte foto s, andersdeels uit een potloodtekening. Na eerst deze gids op de coördinatograaf te hebben gemeten en gecontroleerd worden ver- HOOFDSTUK 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 55