i88 men zo zien als een motto voor de statistische methoden en ook als een aanduiding van de historische ontwikkeling, die tot de huidige stand van de statistiek heeft geleid. De verschillende sprekers op deze dag varieerden in verschillende toonaarden op het genoemde thema. Na de opening door Prof. G. Goudswaard, de voorzitter van de organiserende vereniging, de Vereniging voor Statistiek, werd de eerste voordracht gehouden door Prof. M. G. Kendall van de London School of Economics. Hij sprak over het onderwerp „Verleden, heden en toekomst van de statistiek". Het interessantste was hier wellicht de visie van de spreker op de toekomstige ontwikkeling van de statistiek. Geholpen door steeds betere elektronische rekenmachines zal de statistiek trachten zeer complexe problemen met vele variabele grootheden, zoals die bijv. in de economie en bij het besturen van een land optreden, op te lossen. Ook zal de statistiek zich steeds meer toepassingsgebieden veroveren, zoals geschiedenis, rechtsweten schappen en filologie. In de tweede voordracht behandelde Ir. J. van Ettinger, directeur van het Bouwcentrum, de grote mogelijkheden, maar ook de gevaren, voor de statisticus verbonden aan het steeds combineren van gevallen met getallen. Door de vele voorbeelden die de spreker aanhaalde leek het in enkele opzichten niet geheel ten onrechte dat in het programma als titel van deze voordracht, inplaats van het motto van deze dag, was vermeld: „Van geval tot geval". Voor een vollediger overzicht van het behandelde, ook wat betreft de lezingen die sectiegewijs werden gehouden, zij verwezen naar Statistica Neerlandica. Ir. P. A. Roos Verslag van de Geodetische studiedag, gehouden op vrijdag 21 april 1961 te Delft Om 10.45 uur opent de voorzitter, Prof. ir. G. F. Witt, de bijeen komst in het Laboratorium voor Geodesie met een woord van welkom, in bijzonder voor de sprekers, die allen reeds aanwezig zijn. Als eerste spreker geeft Prof. A. Kruidhof een overzicht van de onderzoekingen die in Wageningen op het gebied van de optische afstandmeting zijn gedaan en van de resultten die zijn geboekt. Ir. J. C. O. van Gijsen gaat na deze inleiding nog dieper in op enkele problemen en geeft een blik in het onderzoek en de op lossing van deze problemen. Op een vraag van Ir. j. Wolthuis blijkt, dat men zich in Wageningen niet verder heeft verdiept in het probleem van de refractie. Na de lunchpauze geeft de voorzitter het woord aan Prof. Dr.- Ing. K. Gerke, die ons duidelijk de ervaringen schildert, die zijn opgedaan bij de basismetingen met invardraad. Na de theepauze geven Ir. G. Bakker en Ir. J. C. de Munck

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 70