Rapport over de Assemblée Générale van de
Union Géodésique et Géophysique Internationale
(U.G.G.I.)
De navolgende verslagen worden met toestemming van het
Bestuur van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen en van
de schrijvers overgenomen uit „Rapporten", Deel XIII, nr. i
(1961).
Verslag door Prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz.
Als hoofd van de Nederlandse Delegatie had schrijver dezes drie
vergaderingen van de Conseil van de Unie mede te maken, op
maandagmiddag 25 juli, op woensdagmiddag 3 augustus en op
vrijdagavond 5 augustus. Als hoofdpunten der beraadslagingen wil
hij noemen:
Het verslag over de Unie door de Secretaris-Generaal der
Unie Gen. Laclavere, waaruit o.a. bleek, dat de financiële toe
stand van de Unie verre van rooskleurig was en dat een verhoging
van de contributie der aangesloten landen noodzakelijk was. Het
aantal aangesloten landen was weliswaar aanzienlijk toegenomen
doch dat deed aan de kritieke toestand niet af.
Ten tweede de discussie over deze contributieverhoging, die
erop uitliep, dat de eenheid van contributie met 50% verhoogd
werd en aldus op 150 pond sterling gesteld werd. Er mag aan
herinnerd worden, dat Nederland drie eenheden betaalt.
Ten derde de moeilijkheid van toelating officieel van
Oost-Duitsland, dat hierom gevraagd had, terwijl West-Duitsland
wèl in zijn delegatie Oostduitse afgevaardigden wilde opnemen,
doch bezwaar had tegen een officiële toelating als aparte staat.
Een voorlopige oplossing werd aangenomen, waarbij wel twee
delegaties werden toegelaten, doch ieder een halve stem zou
uitbrengen, terwijl de wens werd uitgesproken, dat voor het
volgende congres door beide delegaties een definitieve oplossing
zal worden voorbereid. Communistisch China, dat eveneens om
toelating had verzocht, werd voorgesteld voor toelating, mits het
vóórdien verklaarde aan Nationalistisch China geen moeilijk
heden in de weg te zullen leggen.
Ten slotte werd, nadat een uitnodiging voor het volgende
congres der U G.G.I. van West-Duitsland werd ingetrokken,
besloten voor te stellen dit congres in de Verenigde Staten van
Noord-Amerika te houden, welk land eveneens een invitatie
had ingediend.
De conclusies waartoe de Conseil was gekomen, werden door de
laatste algemene congresvergadering op zaterdag 6 augustus zonder
discussie alle bekrachtigd.
gehouden 25 juli 6 augustus 1960 te Helsinki