bijeenkomst van de groep gehouden, gekenmerkt door een zeer geanimeerde en interessante discussie tussen de leden. Ook de be handeling van het rapport van de studiegroep in een der sectie bijeenkomsten leidde tot een levendig debat op principieel niveau, waartoe in niet geringe mate werd bijgedragen door de uiteenzettin gen van Dr. Wassef. Vermeld kan worden, dat de analyse van bestaande waterpasnetten door middel van methoden der variantie- analyse voor het eerst naar voren gebracht door Dr. Wassef tijdens het U.G.G.I.-congres te Rome 1954 een belangrijke stap vooruit blijkt te geven. Gecombineerd met de resultaten van de in Delft ontwikkelde methode, is hierdoor een betere basis verkregen om inzicht te verwerven in de nauwkeurigheid en de invloed van systematische fouten bij waterpasnetten. In de komende periode zal getracht worden dit inzicht te vergroten door speciale proef- metingen voor een zo precies mogelijke bepaling van de kansverdeling van hoogtemetingen, opdat een nog betere analyse van systematische fouteninvloeden mogelijk zal zijn. Een enkele opmerking over methode en instrumentarium moge de technische kant van dit verslag besluiten In de methode van waterpassing blijkt niet veel verandering meer aangebracht te worden, tenzij men in de Nederland voor grote overgangen toegepaste hydrostatische waterpassing als zodanig be schouwt. Wellicht nl. is deze methode in een waterrijk land als Nederland bruikbaar om het peil over grote afstanden praktisch vrij van systematische fouten over te brengen in betrekkelijk korte tijd met hoge nauwkeurigheid. Bij het instrumentarium is een sterker wordende neiging naar het gebruik van „compensator-instrumenten" ook voor primair werk aan te wijzen. Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn, dat de vraag gesteld mag worden of het gebied der waterpassing nog de organisatievorm van een aparte sectie der A.I.G. rechtvaardigt, hoewel uiteraard ruimte in A.I.G.-verband moet blijven voor behandeling van de meer typi sche problemen der waterpassing. Immers eensdeels worden de problemen bepaald door oceano- grafisch onderzoek (gedrag gemiddeld zeeniveau) en door geologisch en geofysisch onderzoek (bodembeweging), anderdeels door alge mene statistische methoden van onderzoek die niet verschillen van die toegepast op andere gebieden der geodesie. Bovendien is het begrip „hoogte" uit waterpassingsmetingen vervangen door po tentiaalverschil, waardoor sterke binding met de gravimetrische geodesie is ontstaan. 214 SECTIE V - GEOÏDE Slechts enkele zittingen woonde ik bij, in het bijzonder ten einde het rapport van Ir. J. E. Alberda, een der medewerkers van het laboratorium voor geodetische rekentechniek, „Vertical Angles, Deviations of the Vertical and Adjustment" te presenteren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 24