waaruit nieuwe denkbeelden en ontwikkelingen zouden kunnen voortkomen. Het tanen van de belangstelling voor de geodetische astronomie is ook duidelijk gebleken uit het feit, dat het aantal antwoorden op de van te voren aan enige tientallen landen gezonden vragenlijst zo gering was slechts een twintigtal dat de Rapporteur Général Dr. Jelstrup (Noorwegen) niet in staat was in zijn boven genoemd Rapport Général algemene conclusies te trekken, doch slechts een opsomming kon geven van de voornaamste punten uit de ontvangen antwoorden. De Groupe d'Etudes Spéciales, „Etudes Critiques des Méthodes d'Astronomie Géodésique", die in 1951 werd ingesteld en tot de vorige Assemblée Générale in 1957 wel enige, zij het geringe, betekenis had, bleek sedert 1957 volkomen inactief te zijn gebleven. In een speciale vergadering van deze „Groupe" toonden de leden tot mijn verrassing weliswaar enige belangstelling voor vraag stukken op het gebied van de geodetische astronomie, maar gezien de ervaring, betwijfel ik ernstig of de groep tussen de opeenvolgende Assemblées Générales tot enige activiteit is te brengen. Toch werd voorlopig nog niet tot opheffing besloten. Van de zeven zittingen, die sectie III beschikbaar had, waren slechts drie ruim voldoende ter behandeling van de genoemde rap porten. Eén zitting kon daarom worden „overgedragen" aan sectie I, die in tijdnood was geraakt, terwijl de overige drie zittingen ge wijd werden aan de geodetische toepassing van kunstsatellieten. Twee van deze drie zittingen werden georganiseerd in de vorm van een door meer dan tweehonderd personen bijgewoond sym posium van de secties I, III, IV en V, waarvan de leiding aan mij was toevertrouwd. De derde zitting was een gecombineerde bijeen komst van de secties I en III onder leiding van de president van sectie I. Uit dit alles heb ik de stellige indruk gekregen, dat de belang stelling voor de ontwikkeling van de Geodetische Astronomie ver vaagt ten gunste van het nieuwste werktuig van de geodeet: de kunstsatelliet. In enkele vergaderingen van sectie I „Triangulatie" die ik bijwoonde, werd de indruk bevestigd, dat de geodetische toepassing van de kunstsatelliet een zeer grote, soms overmatige belangstelling heeft. Hierin schuilt een gevaar, waarop, in breder verband, ook de nieuwgekozen president van de U.G.G.I., Prof. Beloussov (USSR) in een rede tijdens de sluitingszitting van de Assemblée Générale wees: het gevaar nl. dat een of meer conven tionele wetenschapsgebieden ten onrechte verwaarloosd zullen worden. In een van de vergaderingen van het bovengenoemde Comité Exécutif is een commissie ad hoe gevormd, die tot taak heeft de onderverdeling van de A.I.G. in secties te bestuderen en eventueel te herzien. Gezien de ervaringen reeds in Toronto en nu, nog veel duidelijker, in Helsinki, zal het naar mijn mening inderdaad tot een 217

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 27