219 metingen in de gravimetrisch nog onbekende gebieden. In het bij zonder op de oceanen en in de poolgebieden, die verreweg het groot ste gedeelte van het aardoppervlak bestrijken, zijn relatief nog zeer weinig metingen verricht, zodat bij de bepaling van de geoïde (volgens Stokes) en van de schietloodafwijkingen (volgens Vening Meinesz) de anomalieën in deze gebieden gelijk nul moeten worden gesteld, een hypothese die stellig niet juist is. Daarom zijn deze min of meer routine zwaartekrachtsmetingen hoewel minder spec taculair van groot belang. Opvallend was het grote aantal waarnemingen verricht in ondiepe zeeën (tot 150 m) met behulp van een gravimeter, op de bodem van de zee neergelaten er elektronisch genivelleerd en afgelezen vanaf een bovenwaterschip. Wat Nederland betreft kan in dit ver band worden gewezen op de publikatie „Gravity Expeditions", Volume V, i960, een enkele weken voor het congres verschenen publikatie van de Rijkscommissie voor Geodesie. In nauw verband met deze wens naar een snelle en niet te kostbare exploratie van de onbekende gebieden staat de ontwikkeling van de instrumentenbouw. In het bijzonder voor de waarnemingen op de oceanen waar nog tot op heden slingerapparaten in onderzeeboten worden gebruikt, werd door Dr. Graf uit München bericht over de verdere ontwikkeling van de door hem ontworpen zeegravimeter, een veerinstrument dat op een gyroscopisch gestabiliseerd platform op een bovenwaterschip wordt opgesteld en in staat is de zwaarte kracht te registreren tot op enkele milligals nauwkeurig. Het ver mijden van systematische fouten bij de demping van de verticale versnellingen die op zee tot 100.000 milligals kunnen oplopen en de nulpuntsverschuiving van het instrument dat soms weken achtereen niet op een referentiestation kan worden geijkt geven nog moeilijkheden. Tevens trok de aandacht de meting van de zwaartekracht in vliegtuigen. Hierbij is de onnauwkeurige bepaling van snelheid (eötvöss-effect) en hoogte de oorzaak dat men tot heden geen grotere nauwkeurigheid dan ongeveer 10 milligal heeft bereikt. De in het vliegtuig gemeten zwaartekracht zal echter, afhankelijk van de vlieghoogte, een min of meer representatieve waarde geven van het zwaartekrachtsveld daar ter plaatse en aldus bijna gelijkwaardig zijn aan een waarneming op het fysisch aardoppervlak, die dikwijls ook als representant een uitgestrekt omringend gebied moet dienen. 2. In de vijfde sectie, die het gebied van de geoïde-bepaling bestrijkt, is sinds enkele jaren een potentiaal-theoretische richting te bespeuren, welke zich wil losmaken van de geoïde, het vroeger steeds met voorkeur behandelde aequipotentiaalvlak op gemiddeld zeeniveau. Om volgens klassieke wijze de vergelijking van Stokes te kunnen toepassen, dienen alle waarnemingen op het fysisch aardoppervlak verricht, tot de geoïde te worden gereduceerd en de buiten de geoïde gelegen massa's te worden geëlimineerd. Deze reductiemethoden (vrije lucht reductie, topografische reductie,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1961 | | pagina 29